Beoordeling plannen van aanpak
Grote stap vooruit
In 2019 hebben CKT-bedrijven grote voortgang geboekt in het toepassen van due diligence. Dit blijkt uit de beoordeling van de plannen van aanpak, aan de hand van het beoordelingskader. Het doel van de beoordeling van de plannen van aanpak is om (gezamenlijke) uitdagingen vast te stellen. Dit geeft bedrijven de kans om hulp te vragen en te krijgen bij het verbeteren van hun due diligence en om risico’s daadwerkelijk aan te pakken. Omdat de CKT-bedrijven sterk verschillen in omvang, product, organisatie, inkoopmodel en start van deelname aan het convenant, lopen de plannen van aanpak sterk uiteen.
Het merendeel van de CKT-bedrijven, 63 procent, voldoet volledig aan de proceseisen met betrekking tot de due diligence verplichtingen zoals vastgelegd in het beoordelingskader, 19 procent van de bedrijven is goed op weg en 18 procent loopt achter. Dit is een forse verbetering ten opzichte van 2018: toen voldeed 8 procent volledig aan het beoordelingskader, was 78 procent procent goed op weg en bleef 14 procent achter.
Qua verplichtingen ligt de lat elk jaar hoger. Bedrijven die later in het convenant zijn ingestapt, boeken vaak sneller voortgang dan bedrijven die vanaf het begin deelnemen, mede doordat de frontrunners de weg hebben vrijgemaakt en doordat de ondersteuning door het secretariaat en de CKT-partijen verder is ontwikkeld.
Voldoen aan de eisen van het convenant wil niet zeggen dat alle problemen in de keten zijn opgelost, maar wel dat die problemen bekend zijn en dat bedrijven daarop in toenemende mate kunnen worden aangesproken. Dat biedt perspectief op samenwerking binnen het convenant, gericht op impact.
Resultaten verbonden met het due diligence proces
- Meer aandacht voor IMVO in beleid en organisatie. Dit blijkt onder meer uit het feit dat het aantal IMVO-functionarissen binnen bedrijven is toegenomen en dat IMVO-managers bij 27 bedrijven het vetorecht hebben over besluiten om bij nieuwe fabrieken in te kopen.
- Meer aandacht voor IMVO in de inkooppraktijk. Bedrijven hebben meer inzicht in hun inkooppraktijk en het effect daarvan op hun keten, mede door gebruik te maken van instrumenten die door externe partijen ter beschikking zijn gesteld, zoals de PPSA-tool van ACT en de Textilbündnis, de tweezijdige gedragscode van Ethical Trading Initiative (ETI) en instrumenten van Better Buying.
- Meer inzicht in productielocaties. Het aantal unieke locaties op de productielocatielijst groeide van 2802 in jaar 1, naar 4268 in jaar 2 en 5812 in jaar 3.
- Meer inzicht in prioritaire thema’s. De komende jaren wordt extra ingezet op de prioritaire thema’s die bedrijven naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie hebben genoemd: grondstoffen, watervervuiling, gebruik chemicaliën, water en energie, leefbaar loon, vakbondsvrijheid en kinderarbeid.
- Concretere plannen van aanpak. De plannen van aanpak bevatten meer en concretere doelen en acties om risico’s te adresseren. Er wordt steeds meer samengewerkt tussen CKT-bedrijven, waardoor zij hun invloed (leverage) vergroten. Ook wordt er meer samengewerkt tussen CKT-bedrijven en CKT-partijen om risico’s te voorkomen, te verminderen en de geleden schade te herstellen.
- Meer transparantie in de keten: meer transparantie in de keten en in hoe bedrijven omgaan met IMVO. Dit blijkt onder meer door samenwerking met OAR.
- Meer publieke communicatie over IMVO: alle 44 CKT-bedrijven die in 2016 zijn ingestapt, hebben publiekelijk gecommuniceerd over IMVO. 7 bedrijven hebben hun plan van aanpak online gepubliceerd.
- Verdieping en verbreding stakeholderconsultatie. Ngo’s en vakbonden geven bedrijven input voor de verschillende stappen in het due diligence proces.
Resultaten verbonden met het due diligence proces
In 2019 waren bij het convenant 67 bedrijven aangesloten, die samen 92 voor consumenten herkenbare merken in de markt brachten. Daarvan zijn 57 bedrijven beoordeeld. 5 bedrijven zijn niet beoordeeld, omdat zij in 2019 pas toetraden tot het convenant. 5 andere bedrijven zijn om een praktische of andere reden, zoals aanstaande fusie, niet beoordeeld.
Omdat de omvang van de Nederlandse kleding- en textielmarkt niet meer wordt gemeten, is het niet mogelijk het marktaandeel van CKT-bedrijven te berekenen. Doordat de totale omzet van deelnemende bedrijven in 2019 sterk onder druk stond, is de inschatting dat het marktaandeel eind 2019 is gedaald naar circa 40 à 45 procent.
Marieke Weemaes, corporate responsibility manager FNG Group:
‘De inkoop-risicomatrix brengt bij elke stap de risico’s in beeld’
LEES VERDER ›
Wyger Wentholt, coördinator communicatie Schone Kleren Campagne:
‘Transparantie vergroot de kans op oplossingen’
LEES VERDER ›
Marieke Weemaes
‘De inkoop-risicomatrix brengt bij elke stap de risico’s in beeld’
Modehuis FNG NL heeft een inkoop-risicomatrix ontwikkeld die bij elke stap in het inkoopproces de risico’s in beeld brengt. Volgens Marieke Weemaes, corporate responsibility manager bij Miss Etam, Steps, Promiss, Claudia Sträter en Expresso, is het implementeren van deze matrix onderdeel van de Roadmap Sustainability.
“Ons inkoopproces begint bij de evaluatie van de vorige collectie en eindigt als de nieuwe collectie in de winkels hangt. Mijn collega Laura Koedijk, inmiddels verantwoordelijk voor het aansturen van de buying assistants en inkoopprocessen in onze groep, heeft vorig jaar een matrix gemaakt waarin elke stap in het inkoopproces wordt gekoppeld aan de risico’s die daarbij spelen. De grootste risico’s beginnen als ontwerpers materialen gaan zoeken. Welke materialen kies je, welke eisen stel je daarbij op het gebied van milieu, dierenwelzijn en arbeidsrechten?”
Vragen bij elke stap
“Bij elke stap in het inkoopproces stelt de matrix drie vragen. Hoe kun je risico’s voorkomen? Wie kan ze voorkomen? En: welke middelen heb je daarvoor nodig? Bestaan er certificeringen of richtlijnen voor de materialen die je inkoopt? Zijn er alternatieven voor stoffen die hoge risico’s met zich meebrengen? We houden dus bij voorkeur al in het ontwerp en de keuze van materialen rekening met de risico’s en gaan daarmee door in de volgende stappen.
Grote risico’s zitten ook bij subcontracting: het werk dat door onderaannemers van onze leveranciers wordt uitgevoerd. Er is veel minder zicht op wat er bij subcontractors gebeurt, dan wat er op de hoofdproductielocaties gebeurt. Dat betekent dat we daar meer aandacht voor moeten hebben.”
IMVO als gezamenlijke verantwoordelijkheid
“We zijn nog volop bezig om de matrix te implementeren, maar ik weet zeker dat deze aanpak gaat helpen om onze due diligence te verbeteren. De kracht ervan is dat IMVO onderdeel wordt van het hele inkoopproces. IMVO is niet de verantwoordelijkheid van een aparte afdeling, maar van het hele bedrijf. Ook kunnen we de eisen per stap telkens aanscherpen. De matrix is onderdeel van onze Roadmap Sustainability, op weg naar steeds duurzamere inkoop.
We hebben de matrix vorig jaar tijdens een bijeenkomst van het convenant gepresenteerd. Andere convenantspartijen blijken er erg in geïnteresseerd. Het is natuurlijk wel zo dat elk bedrijf zijn eigen inkoopproces heeft. Ons advies is: vorm een team van mensen uit de verschillende disciplines, breng samen het hele inkoopproces in kaart en benoem per fase de risico’s die spelen. Dan weet je precies op welke momenten in het proces welke risico’s aan de orde zijn en kun je die precies op het juiste moment voorkomen of aanpakken.”
Wyger Wentholt
‘Transparantie vergroot de kans op oplossingen’
Acht deelnemers aan het convenant hebben vorig jaar de Tranparency Pledge ondertekend. Vier andere bedrijven deden dat eerder al. De pledge is een initiatief van negen internationale vakbonden en ngo’s, waaronder Schone Kleren Campagne (SKC). Wyger Wentholt, coördinator communicatie bij SKC, hoopt dat het aantal ondertekenaars blijft toenemen.
“Het convenant houdt een lijst bij met de productielocaties van alle bedrijven die bij het convenant zijn aangesloten. Die lijst is nu samengevoegd met de Open Apparel Registry. Je kunt op de wereldkaart zien waar de kledingproductielocaties zitten. Je zien alleen niet welke bedrijven met welke productielocaties verbonden zijn. Dat laatste vinden wij dus heel belangrijk.
Wij hadden graag gezien dat de individuele publicatie van productielocaties als verplichting in het convenant was opgenomen; per merk dus. Dat is helaas niet gebeurd. Wij hebben samen met een aantal andere internationale ngo’s en vakbonden het initiatief genomen voor de Transparency Pledge. Het is heel mooi dat individuele bedrijven nu zelf die verplichting aangaan en de pledge ondertekenen. Als kritisch beschouwer van het convenant blijven wij daarop aandringen.”
Transparantie versterkt rechten
“Na de ramp van Rana Plaza in 2013 was heel onduidelijk welke merken en bedrijven hun producten daar lieten produceren. In de puinhopen van het gebouw werd toen naar labels gezocht. Die situatie willen we niet meer. Twaalf bedrijven die lid zijn van het convenant hebben de pledge inmiddels ondertekend. Het secretariaat van het convenant heeft daarin een stimulerende functie gehad. Hopelijk doet dit goede voorbeeld anderen volgen.
Vaak willen bedrijven uit concurrentieoverwegingen hun productielocaties niet bekend maken. Maar die angst blijkt niet terecht. Wij zien transparantie als een hulpmiddel om de rechten van kledingarbeidsters te versterken. Als er ergens in een fabriek een misstand voorkomt, kunnen de bedrijven die een relatie met die fabriek hebben, daarop worden aangesproken en hun verantwoordelijkheid nemen. Hoe makkelijker je de betrokkenen kunt aanspreken, hoe groter de kans dat een probleem wordt opgelost.”
Ondersteuning voor ontslagen arbeidsters
“Momenteel voeren we campagne om duizenden kledingarbeidsters in Bangladesh te ondersteunen die vorig jaar na een loonstaking zijn ontslagen. Zij zijn door hun oude werkgevers onterecht aangeklaagd voor vernieling en worden juridisch vervolgd. Het rechtssysteem daar is vaak oneerlijk. Doordat we weten welke merken orders hebben uitstaan bij de fabrieken die achter die aanklachten zitten, zoals C&A, kunnen we via die merken druk uitoefenen. Mede daardoor is meer dan de helft van de 33 aanklachten ingetrokken.
Transparantie is wat ons betreft een van de belangrijkste pijlers van de convenanten-aanpak. Het succes van die aanpak hangt af van de vraag of het lukt om op basis van vrijwilligheid in een paar jaar tijd substantiële stappen te zetten om sectoren te verduurzamen en risico’s aan te pakken. Iedereen beseft dat dit nodig is, het wordt tijd dat het nu daadwerkelijk gebeurt.”
Deelnemende bedrijven maken jaarlijks een plan van aanpak voor due diligence. Het secretariaat beoordeelt die plannen aan de hand van het beoordelingskader. In 2019 is er grote voortgang gemaakt. Wel zijn er grote verschillen tussen CKT-bedrijven, omdat bedrijven sterk verschillen en op verschillende momenten in het convenant zijn ingestapt.