Negen thema’s voor due diligence
Veiligheid en gezondheid op de werkplek
Het convenant heeft negen prioritaire thema’s. Bij elk thema staan voorbeelden uit de praktijk.
#VI Veiligheid en gezondheid op de werkplek
Medewerkers in de kleding- en textielsector hebben recht op een veilige en gezonde werkplek. Sinds de ramp van Rana Plaza (2013) heeft dat de hoogste prioriteit, zeker in Bangladesh.
Direct na de ramp bij Rana Plaza werd het Accord on Fire and Building Safety in Bangladesh opgericht. Het Akkoord is een onafhankelijke organisatie, mede-opgericht door de internationale vakbeweging, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Wereldwijd tekenden zo’n 200 bedrijven het akkoord, waaronder 20 CKT-deelnemers. Op 3 fabrieken na, vallen alle fabrieken in Bangladesh waar CKT-bedrijven inkopen onder het akkoord.
Het eerste akkoord liep van 2013 tot 2018, het tweede akkoord loopt door tot 2021. Het CKT heeft deelnemers gestimuleerd om ook dit tweede akkoord te ondertekenen. In 2019 begonnen textielbedrijven in Bangladesh een rechtszaak om het Akkoord het land uit te krijgen. Daar kwam internationaal veel kritiek op. Het convenant en ook individuele kledingbedrijven spraken zich actief uit voor het behoud van het Akkoord.
In de loop van 2019 maakte de overkoepelende werkgeversvereniging, de Bangladesh Garment Manufacturers and Exporters Association (BMGEA), een verrassende draai. Ze wilde met het Akkoord in gesprek. Mede dankzij de inzet van de Nederlandse ambassade zijn textielbedrijven, vakbonden en het Akkoord met elkaar om tafel gegaan en zijn er afspraken gemaakt over de voortzetting van het Akkoord. Dit zal in 2020 haar beslag krijgen. Door hierin een actieve rolte spelen, geeft de overheid invulling aan haar rol in het convenant.
Intussen zijn er initiatieven om in andere Aziatische landen vergelijkbare akkoorden van de grond te krijgen. Het doel is om de gezondheid en veiligheid van medewerkers in fabrieken te verbeteren, op basis van een internationale standaard.
Harry Verweij
‘De textielsector in Bangladesh heeft een positieve hervorming doorgemaakt’
De ontwikkelingen rond het Bangladesh Akkoord hebben in 2019 een verrassende wending genomen. Dreigde het Akkoord eerst het land te worden uitgezet, nu komt er een organisatie die de werkzaamheden gaat overnemen. Mede dankzij de inspanningen van de Nederlandse ambassade en ambassadeur Harry Verweij.
“Er is vorig jaar een nieuwe wind gaan waaien met de komst van de nieuwe president van de overkoepelende werkgeversvereniging: de Bangladesh Garment Manufacturers and Exporters Association (BMGEA). Rubana Huq wil net als haar voorganger dat het Bangladesh Akkoord zijn werkzaamheden overdraagt aan Bangladesh, maar zij staat erop dat de overdracht zorgvuldig en duurzaam verloopt.
Er zijn inmiddels heel wat constructieve gesprekken geweest tussen de BMGEA, de merken, de vakbonden, het Bangladesh Akkoord en de internationale arbeidsorganisatie ILO. Wij zijn als ambassade zelf geen directe onderhandelingspartner, maar wij zijn blij met de verbindende rol die wij hebben kunnen vervullen. Wij hebben onder meer dialogen georganiseerd en partijen om de tafel gebracht. Het resultaat is de oprichting van de RMG Sustainability Council (RSC), een initiatief vanuit de private-sector, bestaande uit vertegenwoordigers van vakbonden, werkgevers en merken.”
Eisen internationale gemeenschap worden strenger
“De RSC neemt per 1 juni 2020 de taken van het Akkoord over. De raad zal niet alleen toezicht houden op de brand- en gebouwveiligheid van fabrieken, maar zal zich op termijn in de volle breedte op duurzaamheid moeten richten. De reden is dat Bangladesh zich snel ontwikkelt naar een middeninkomensland. Dat betekent dat er vanuit Europa en Noord-Amerika meer eisen worden gesteld op het gebied van duurzaamheid, arbeids- en mensenrechten.
Bangladesh beseft heel goed dat het land veel te verliezen heeft als zijn industrie niet aan de eisen vanuit de internationale gemeenschap voldoet. Daarnaast zijn ook de ondernemers zelf gaan inzien dat betere arbeidsomstandigheden en -voorwaarden de productie ten goede komen.
Het is belangrijk dat de betrokken partijen zelf voor veiligheid en duurzaamheid gaan staan, want de overheid in Bangladesh heeft op dit moment nog onvoldoende capaciteit om in alle sectoren een goede arbeidsinspectie neer te zetten. Op den duur moet die inspectie echter wel omvangrijk en geloofwaardig genoeg zijn om erop toe te zien dat partijen blijven doen wat ze nu beloven. Nederland zal dit samen met de ILO blijven bewaken.”
Vinger aan de pols houden
“Wij blijven als ambassade de vinger aan de pols houden, zoals we dat ook de afgelopen jaren hebben gedaan. We zijn nog lang niet klaar. Wij zullen de activiteiten en voortgang van de RSC constructief en kritisch volgen en alle betrokkenen, inclusief de overheid, op hun verantwoordelijkheid wijzen.
Maar laten we daarbij niet over het hoofd zien wat er allemaal al is verbeterd. Het is voor Bangladesh motiverender dat het niet alleen kritiek krijgt, maar ook erkenning voor wat goed gaat. In de afgelopen 5 jaar heeft de industrie een enorme hervorming doorgemaakt. Een groot deel van de grotere textielfabrieken voldoet aan de modernste eisen. Maar het is ook waar dat er in de duizenden kleinere fabrieken in de laag daaronder nog veel moet gebeuren. Daarin hebben kleding- en textielmerken zeker ook een verantwoordelijkheid. Zij moeten bij de inkoop eisen stellen, controleren en vragen blijven stellen.”
Verhalen uit de praktijk
Harry Verweij, ambassadeur in Bangladesh:
‘De textielsector in Bangladesh heeft een positieve hervorming doorgemaakt’
LEES VERDER ›