Negen thema’s voor due diligence
Kinderarbeid
Het convenant heeft negen prioritaire thema’s. Bij elk thema staan voorbeelden uit de praktijk.
#II Kinderarbeid
Het thema Bestrijding kinderarbeid vraagt bij uitstek een gezamenlijke aanpak. Het convenant organiseerde trainingsprogramma’s in productielanden en ontwikkelde tools om bedrijven te ondersteunen om kinderarbeid aan te pakken. Het collectieve project bereikte in 3 jaar positieve resultaten.
Collectief project in Bangladesh en India
Het collectieve project ‘Remedies towards a better workplace’ wordt deels gefinancierd door het Fonds Bestrijding Kinderarbeid (FBK) en gecoördineerd door Hivos. In dit project werken CKT-bedrijven (Prénatal, WE Fashion, Hunkemöller, Coolinvestments, FNG Group en O’Neill) nauw samen met ngo’s in Nederland, India, Bangladesh en hun leveranciers. Het doel: duurzame oplossingen vinden die de oorzaken van kinderarbeid aanpakken en kinderen toegang tot onderwijs bieden.
Bereikte resultaten
Het project leverde samengevat op hoofdlijnen de volgende resultaten op:
- Meer dan 12.000 werknemers werken in veiliger arbeidsomstandigheden en hebben meer kennis gekregen over hun arbeidsrechten en kinderrechten.
- Bijna 9.000 werknemers ontvangen hogere lonen en/of meer financiële zekerheid. Om kinderarbeid structureel uit te bannen, is het belangrijk dat de ouders genoeg verdienen.
- 36 kinderen hebben toegang gekregen tot onderwijs.
- 30 fabrieken en spinnerijen werken met kindvriendelijke leeftijdsverificatiemethodes.
- Bij 13 fabrieken zijn de worker committees verbeterd. In 2019 hebben werknemers hier 83 klachten ingediend. Alle klachten zijn samen met het management van de fabrieken opgelost. Zo zijn er meer dan 400 werknemers geregistreerd onder de Employee State Insurance Act.
Activiteiten in Bangladesh
America Today, Hunkemöller en Unicef hebben samen met lokale partners ingezet op verbeteringen bij naaiateliers én hun toeleveranciers in Bangladesh. Het Unicef-programma Better business for children richt zich op het naleven van kinderrechten door bedrijven en daarmee het vermijden van kinderarbeid en het beschermen van jonge werknemers. Binnen het programma wordt aan de hand van een uitgebreide baselinestudie een analyse gemaakt van de grootste risico’s met betrekking tot kinderrechtenschendingen, toegespitst op elke productielocatie, om zo de impact van het programma te maximaliseren. Vervolgens wordt een actieplan gemaakt, afgestemd met alle stakeholders en geïmplementeerd. Dit hele proces wordt begeleid door lokale specialisten die monitoren en waar nodig bijsturen.
Activiteiten in India
Arisa heeft op basis van de productielocatielijst van het convenant onderzoek gedaan naar risico’s in de toeleveranciersketen in Tamil Nadu (India). Met hulp van lokale ngo’s zijn 453 werknemers, werkzaam bij 73 fabrieken, geïnterviewd over onderwerpen als werknemerscomités, loonstroken en huisvesting. Dit zijn belangrijke indicatoren voor het beoordelen van risico's op kinderarbeid en gedwongen arbeid. Hieruit bleek dat in veel fabrieken de werknemerscomités ontbreken of niet functioneren. Daarnaast krijgen werknemers in 16 van de 73 productielocaties geen loonstrookje en zijn er veel problemen met de hostels waar werknemers verblijven. Naar aanleiding van het onderzoek zijn Arisa en merken met elkaar in gesprek gegaan over individuele en collectieve maatregelen om de geïdentificeerde risico's en schendingen aan te pakken. Het trainingsprogramma bij leveranciers werkt concreet aan verbeteringen op deze vlakken.
Inzet van instrumenten en trainingen
Op basis van de geleerde lessen in India en Bangladesh worden trainingen georganiseerd voor CKT-bedrijven en hun leveranciers. Doel is de dialoog te verbeteren en transparantie te creëren in de toeleveringsketens van leveranciers voorbij het naaiatelier. Ook zijn er diverse tools ontwikkeld op het gebied van kinderarbeid, gedwongen arbeid, supply chain mapping en stakeholderdialoog. Deze handvatten en richtlijnen worden door bedrijven en leveranciers gebruikt om ketens in kaart te brengen, processen voor leeftijdsverificatie te verbeteren en leveranciersdata te verzamelen.
Viyakula Mary
‘Mensenrechten vragen evenveel aandacht als productkwaliteit’
Arisa werkt in Tamil Nadu (India) al jaren samen met de lokale ngo SAVE (Social Awareness and Voluntary Education). Mary Viyakula, operationeel directeur, geeft zelf trainingen aan werkgevers en werknemers in kleding- en textielfabrieken in de regio Tirupur, als onderdeel van het collectieve CKT-project kinderarbeid.
“Ons doel is om fabrieken te ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid tegen kinderarbeid en gedwongen arbeid. We helpen hen om dat beleid uit te voeren en om oplossingen te bedenken voor praktische problemen. Daarnaast helpen we bij het ontwikkelen van klachten en herstelmechanismen voor werknemers die een klacht hebben over schending van hun mensen- en arbeidsrechten.
De kleding- en textielindustrie is de laatste 40 jaar enorm gegroeid, daardoor zien we steeds meer jongeren in fabrieken werken, onder arbeidsomstandigheden en -voorwaarden die heel problematisch kunnen zijn. Ze werken bijvoorbeeld veel te veel uren. Soms wordt er ook ’s nachts doorgewerkt. Als jongeren nog geen 18 jaar zijn, betekenen deze lange arbeidsuren veelal dat er volgens de wet sprake is van kinderarbeid.”
Dialoog en weerstand
“In het kader van het FBK-project hebben wij in 26 fabrieken in Tamil Nadu trainingen gegeven. We informeren werknemers bijvoorbeeld over de wettelijke regels rond werkuren voor jongeren en nachtwerk voor vrouwen. Dat is voor veel werknemers een eye-opener. Werknemers zijn blij om te horen wat hun rechten zijn, maar vragen zich ook af hoe ze de dialoog met hun werkgever kunnen aangaan. Er zijn zoveel verbeteringen nodig. Dat kan dus alleen maar stap voor stap.
Bij werkgevers vragen we aandacht voor goede lonen, betaling van overuren, ziekte-uitkeringen en pensioenen. Die boodschap roept soms weerstand op, want het betekent dat de loonkosten omhooggaan. Aan de andere kant is het ook zo dat goede werkomstandigheden tot een grotere loyaliteit van de werknemers leiden en daarmee ook tot een verbetering van de kwaliteit van het werk.”
Positieve impact
“We zien zeker dat het convenant een positieve impact heeft in Tamil Nadu. Bij de fabrieken waar wij trainingen geven, bijna allemaal toeleveranciers van AGT-merken, zien we een positievere houding ontstaan ten opzichte van arbeids- en mensenrechten. Er moet echter nog heel veel gebeuren. Daarom is het van groot belang dat de kleding- en textielmerken in Nederland zich blijven inspannen om mensenrechtenrisico's en schendingen in de keten aan te pakken. Het is heel belangrijk dat ze due diligence toepassen en alert zijn op de risico’s die hier in de fabrieken aan de orde zijn. De monitoring van mensenrechten, arbeidsrechten en milieu verdient net zoveel aandacht als de monitoring van de kwaliteit van het werk.”
Jeroen van der Heijden
‘Duurzame bedrijven zorgen beter voor werknemers en hun kinderen’
America Today, Hunkemöller en Unicef hebben met hulp van het Fonds Bestrijding Kinderarbeid een programma uitgevoerd op vier productielocaties in Bangladesh om de situatie voor kinderen van werknemers te verbeteren en kinderarbeid te voorkomen. Jeroen van der Heijden, kinderrechten- en bedrijvenspecialist bij Unicef, kijkt terug.
“Bestrijding van kinderarbeid begint bij het creëren van betere business. Het FBK-programma dat we in het kader van het convenant in Bangladesh hebben uitgevoerd, is onderdeel van ons programma Better Business for Children, dat zich richt op bewustwording en betere naleving van kinderrechten door bedrijven. Binnen het programma zijn we met vier productielocaties van twee merken aan de slag gegaan. We werkten voor het eerst zowel met het kledingmerk, als met de eerste én tweede schakel, waardoor een ketenbenadering ontstond. Hiermee hebben we 3500 werknemers en via hen minstens 1990 kinderen bereikt.
In totaal hebben we met ons programma 100.000 werkers en hun kinderen bereikt.”
Zes-stappenplan voor verbetering
“Op elke productielocatie doorlopen we samen met onze lokale partners een zes-stappenplan: waarborging van het management commitment, een baselinestudie om de belangrijkste risico’s op de productielocatie in beeld te brengen, een training over kinderrechten aan een dwarsdoorsnede van de organisatie, het opstellen van een actieplan samen met alle stakeholders, de implementatie van het actieplan begeleid door onze specialisten en ten slotte de evaluatie gekoppeld aan mogelijke vervolgprojecten.
Het doel van het project was om samen met het management en de medewerkers van een productielocatie tot betere arbeidsomstandigheden te komen die niet alleen tot verbetering van de rechten van werknemers, maar ook van die van hun kinderen zouden leiden. Zoals een goede, stimulerende kinderopvang op het terrein van de fabriek en goed ingerichte plekken waar vrouwen hun baby’s borstvoeding kunnen geven. Daarnaast richten wij ons op jonge werknemers. We onderzoeken de mogelijkheid om een opleidingsprogramma te starten voor werknemers tussen de 15 en 18 jaar.”
Sociale investeringen betalen zich terug
“Wij merken dat sociale investeringen vaak als kostenpost worden gezien. Ons programma toont aan dat er een return on investment is op die investeringen. Werknemers zijn meer betrokken, minder vaak ziek en keren vaker terug na een zwangerschapsverlof. Er wordt dus meer en kwalitatief beter werk geleverd.
Sinds de ramp bij Rana Plaza is de situatie in de meeste fabrieken die voor de export produceren fors verbeterd. De problemen zitten nu dieper in de keten. Daar ligt dus de grote uitdaging, ook voor het convenant. Hoe vinden we de weg naar subcontractors, de informele industrie en thuiswerkers dieper in de keten? Hoe pakken we daar de risico’s aan?
Het FBK-programma wordt in maart 2020 afgerond, maar we kijken hoe we het een vervolg kunnen geven. We zien dat de Nederlandse merken en de lokale producenten enthousiast zijn. Het programma wordt door sommige bedrijven al holding-breed geïmplementeerd. Bedrijven moedigen elkaar aan en ondersteunen elkaar bij het doorvoeren van verbeteringen. Waar wij naar toe willen, is dat er niet per fabriek naar oplossingen voor ouders en kinderen wordt gekeken, maar dat de sector als geheel zo verandert dat alle kinderen die geraakt worden door de sector toegang krijgen tot zorg, onderwijs en er geen kinderen meer werkzaam zijn in deze (en andere) sectoren. We kijken uit naar bedrijven die samen met ons die uitdaging willen aangaan.”
Verhalen uit de praktijk
Mary Viyakula, operationeel directeur SAVE, Tamil Nadu:
‘Mensenrechten vragen evenveel aandacht als productkwaliteit’
LEES VERDER ›
Verhalen uit de praktijk
Jeroen van der Heijden, kinderrechten- en bedrijvenspecialist Unicef:
‘Duurzame bedrijven zorgen beter voor werknemers en hun kinderen’
LEES VERDER ›