Jaarrapportage 2021-2022 | December 2022

Jaarrapportage 2020-2021

Februari 2022

Resultaten vierde monitoring

Het aantal voedingsmiddelenbedrijven dat de IMVO-self-assessment heeft ingevuld, is in het vierde jaar weer toegenomen. De monitoringresultaten van de sector als geheel zijn hieronder eerst samengevat. Daarna volgen de monitoringresultaten van de afzonderlijke branches.

In het vierde convenantsjaar hebben 156 bedrijven in de voedingsmiddelensector meegedaan met de monitoring door het IMVO self-assessment in te vullen, tegen 119 in het derde jaar. 45 bedrijven hebben de self-assessment voor het eerst ingevuld. In de afgelopen vier jaar hebben in totaal 223 bedrijven de self-assessment ten minste eenmaal doorlopen. Het feit dat er elk jaar veel nieuwe bedrijven meedoen, laat zien dat het IMVO-bewustzijn in de sector groeit, maar het blijft een uitdaging om alle bedrijven jaarlijks de self-assessment (opnieuw) te laten invullen.

Tabel 1: Aantal respondenten derde en vierde convenantsjaar


Self-assessment tool

De self-assessment tool (SAT) brengt in beeld of en hoe bedrijven vorderen met IMVO-risicomanagement (due diligence). Dit gebeurt aan de hand van 10 essentiële vragen, ontleend aan de OECD/FAO Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains (zie IMVO Convenant Voedingsmiddelen, bijlage 1). De 10 essentiële vragen zijn uitgewerkt in thema’s en deelvragen (zie tabel 2). De monitoringsperiode liep van december 2021 tot september 2022.

Tabel 2: Overzicht 10 essentiële vragen en corresponderende thema’s


Verschillen tussen branches

De branches CBL, FNLI en KNSV verschillen erg van elkaar (zie tabel 3). Niet alleen in ledental en grootte van aangesloten bedrijven, maar ook in de complexiteit en structuur van toeleveringsketens en de geografische spreiding van productielocaties. Dit is terug te zien in de monitoringresultaten.


CBL-leden scoren lager op het onderdeel ‘overzicht structuur ketens’ dan de grootbedrijven bij FNLI en KNSV. Dit komt mogelijk door het grote aantal producten en ketens waarmee supermarkten te maken hebben; er liggen gemiddeld 15.000 producten in een supermarkt. Dit soort verschillen vraagt per branche om passende ondersteuning vanuit het convenant.


Henri de Haan en Marco Floor

KNSV-bestuursleden

“De vereenvoudigde vragenlijst die de KNSV en FNLI speciaal voor mkb-bedrijven hebben ontwikkeld, maakt het voor bedrijven makkelijker om te zien waar ze staan met hun IMVO-beleid. Dat is belangrijk, want onze vereniging bestaat vooral uit kleinere bedrijven en die hebben vaak geen aparte duurzaamheidsmanager rondlopen.”

LEES VERDER

Tabel 3: Eigenschappen branches

Bevindingen

De resultaten van de monitoring verschillen in 2022 weinig ten opzichte van die van 2021, ondanks het feit dat er dit jaar 45 nieuwe bedrijven hebben meegedaan. De verschillen in totaalscores tussen 2021 en 2022 zijn per branche niet groter dan 4%. In sommige gevallen zijn de scores licht gestegen, zoals bij de mkb-bedrijven van FNLI, in andere gevallen zijn de scores licht gedaald, zoals bij de mkb-bedrijven van KNSV.


Het algemene beeld van de monitoring laat zien dat de grootbedrijven van KNSV en FNLI het hoogst scoren op de onderdelen ‘beleid’ en ‘inzicht in de keten,’ en het laagst op ‘prioriteren’ en ‘plan van aanpak.’ CBL-leden scoren het hoogst op ‘beleid’ en ‘communicatie’ en het laagst op ‘herstel’ en ‘plan van aanpak’. Voor mkb-bedrijven geldt in het algemeen dat zij het hoogst score op ‘inzicht in de keten’ en het laagst op ‘toegang tot herstel’. Dit beeld komt overeen met het beeld dat vorig jaar uit de monitoring naar voren kwam.


Een aantal kleine verschillen met vorig jaar: zowel de mkb-bedrijven als de grootbedrijven van FNLI en KNSV scoren dit jaar iets hoger op het onderdeel ‘communicatie’. Er zijn meer bedrijven die publiekelijk over hun IMVO-beleid en inspanningen communiceren. Mkb-bedrijven scoren dit jaar ook hoger op het onderdeel ‘herstel’, met name door betere bekendheid van klachtenmechanismes en de toegang ertoe, zowel voor de eigen medewerkers als medewerkers van leveranciers. Opvallend is ook dat de grootbedrijven van FNLI en KNSV en de supermarkten van CBL iets lager scoren op de onderdelen ‘prioriteren’ en ‘plan van aanpak’, met name omdat er dit jaar meer bedrijven zijn die geen prioritering of plan van aanpak hebben opgesteld.


Grondstoffen en herkomstlanden

Sinds vorig jaar krijgen de leden van FNLI en KNSV in de online self-assessment tool de vraag voorgelegd welke grondstoffen zij inkopen en waar deze vandaan komen. In de Excel-variant die in het eerste jaar is ontwikkeld en door CBL-leden wordt gebruikt, zijn deze vragen niet opgenomen. Aan de vragen over grondstoffen en herkomstlanden zijn geen punten gekoppeld, waardoor deze vragen de resultaten niet beïnvloeden.







Anneloes Hodes

beleidsadviseur duurzaamheid FNLI

“Dankzij de monitoring wordt onder meer inzichtelijk waar bedrijven welke grondstoffen of producten vandaan halen. Als blijkt dat veel bedrijven dezelfde producten uit dezelfde landen halen, biedt dat kansen om risico’s gezamenlijk aan te pakken.”

LEES VERDER

In de tool worden in totaal 26 grondstoffen met een relatief hoog risicoprofiel uitgevraagd. Figuur 1 toont de top 10 meest genoemde grondstoffen die aanwezig zijn in producten. Tevens wordt naar landen van oorsprong gevraagd. Figuur 2 geeft de meest genoemde landen van oorsprong weer. Deze gegevens zijn gebaseerd op de online self-assessments die 140 bedrijven dit jaar hebben ingevuld.

Figuur 1: Top 10 grondstoffen die aanwezig zijn in producten van de 26 uitgevraagde grondstoffen in de self-assessment


In bovenstaand figuur is de algemene productgroep ‘specerijen’ opgenomen. Dit is 1 van de 26 gevraagde grondstoffen in de vragenlijst. De vragenlijst vraagt daarnaast naar 4 specifieke specerijen (komijn, kurkuma, kardemom en vanille) en 21 andere grondstoffen (niet-specerijen).

Figuur 2: Top 10 oorsprongslanden van de 26 uitgevraagde grondstoffen in de self-assessment


In diezelfde vragenreeks wordt bedrijven gevraagd of zij de IMVO-risico’s in kaart hebben voor de grondstoffen die zij inkopen. Figuur 3 geeft de top 10 grondstoffen weer waarvan de risico’s het minst in kaart zijn gebracht (percentueel). De getallen in de horizontale staven geven de absolute waardes weer (het aantal bedrijven).

Figuur 3: Top 10 grondstoffen waarbij de risico’s niet in kaart zijn


Hieronder volgt per branchevereniging de samenvatting van de rapportages, met een link naar de volledige rapportage op de betreffende branche-website.

Rapportage CBL

Meer inzicht

in IMVO-risico’s




Lees verder

Rapportage FNLI

Bredere aandacht

voor IMVO 

Lees verder

Rapportage KNSV

Meer inzicht in toeleveringsketens

Lees verder

CBL - Jennifer Muller

FNLI - Anneloes Hodes

KNSV - Henri de Haan

Rapportage CBL

Supermarkten blijven goed scoren

In het vierde jaar van het IMVO-convenant Voedingsmiddelen heeft de supermarktbranche laten zien dat IMVO-risicomanagement hoog op de agenda staat. Ook zijn er diverse projecten uitgevoerd op het gebied van leefbaar loon en arbeidsomstandigheden.


IMVO-risicomanagement assessment

De uitkomsten van het assessment laten zien dat CBL-leden (met een gezamenlijk marktaandeel van 97 procent) effectief uitvoering geven aan IMVO-risicomanagement. Zowel bij het opstellen en implementeren van beleid en het identificeren en prioriteren van risico’s, als bij het uitvoeren van een plan van aanpak en het streven naar bijbehorende doelstellingen door middel van concrete projecten. Ook vinden er in hoge mate evaluatie van en communicatie over IMVO-beleid plaats. De gemiddelde score van 85 procent over alle IMVO-elementen heen geeft aan dat supermarkten al veel potentieel hebben benut. Ten opzichte van 2021 jaar zijn de resultaten redelijk gelijk gebleven, wat laat zien dat het (meer) tijd kost om op de laatste stappen binnen IMVO-risicomanagement voortgang te maken. Zo is er voor het onderwerp klachtenmechanisme nog ruimte voor verbetering. Om dit naar een hoger niveau te tillen, blijft actie met alle betrokken (keten)-partijen noodzakelijk.

Figuur 4: Gemiddelde scores per hoofdvraag (essentiële vraag) IMVO-risicomanagement.


Projecten

De CBL-rapportage licht verschillende IMVO-projecten uit, waaronder het leefbaar loon bananenproject samen met IDH en het impactassessment in de tomatenketen samen met de FNV. Daarnaast hebben individuele supermarkten ook zelf projecten opgestart met verschillende ketenpartijen en maatschappelijke organisaties, waaronder de ‘Way to Go’-cashew van Lidl, de due diligence-aanpak van PLUS op gendergelijkheid en een project van de Albert Heijn Foundation gericht op de ondersteuning van een middelbare school, samen met bananenleverancier Favorita.


Vooruitblik

Een belangrijk actiepunt voor het laatste jaar van het IMVO-convenant is nog meer transparantie verkrijgen in complexe internationale ketens. Gekoppeld aan deze transparantie ligt er potentieel om de voortgang van doelstellingen en ingezette acties nog beter te monitoren door de hele keten heen. Daarnaast blijft het een uitdaging om klachtenmechanismen en toegang tot herstel permanent in te regelen.

In het laatste convenantsjaar zetten de supermarkten de gezamenlijke verkenning van klachtenmechanismen voort. Een belangrijk aandachtspunt blijft het uitbreiden van het ketenoverzicht en het tot op de individuele boer inzichtelijk krijgen van internationale ketens. Het leefbaar loon bananenproject, inclusief onderliggende individuele projecten, wordt voortgezet. Ook gaan de supermarkten individueel en op brancheniveau aan de slag met de resultaten van de impact assessment in de tomatenketen. Daarnaast wordt aan individuele IMVO-projecten gewerkt, zoals impact assessments en samenwerkingen met certificeringsorganisaties.

Rapportage FNLI

Betrokkenheid bij IMVO Convenant zet door

De sectorrapportage 2021-2022 van de FNLI laat de voortgang zien die deelnemende Nederlandse voedings- en drankenproducenten in het kader van het IMVO Convenant Voedingsmiddelen gezamenlijk hebben gemaakt. Het FNLI-bureau heeft zijn leden op verschillende manieren informatie aangereikt en handvatten geboden voor de praktische toepassing van de OESO-richtlijnen. De nieuwe online invultool maakt het self-assessment beter toegankelijk, ondersteund door webinars en factsheets. Dit is te zien in de resultaten.


Resultaten monitoring

De vierde FNLI-rapportage geeft de samengevoegde antwoorden weer van 124 ondernemingen die het self-assessment tijdens de periode van monitoring hebben doorlopen. Deze bedrijven representeren ongeveer 25% van het ledenbestand. Een kanttekening hierbij is dat dit percentage geen inzicht geeft in het marktaandeel of inkoopvolumes. Het feit dat niet alle bedrijven het self-assessment invullen, is ook geen reflectie van hun inspanningen op due diligence.


De aantallen laten zien dat de betrokkenheid van FNLI-leden in het convenant groeit (zie figuur 5). Het aantal deelnemers is in 2022 met 43% gestegen (van 87 tot 124). Er waren 39 bedrijven die voor het eerst deelnamen aan de monitoring: 13 grootbedrijven en 26 mkb-bedrijven. Dit wijst erop dat een steeds bredere groep bedrijven met de OESO-richtlijnen aan de slag gaat. De afgelopen jaren hebben in totaal 170 bedrijven (34% van de FNLI-leden) door middel van de self-assessment tool inzicht verkregen in hun IMVO-beleid.



Figuur 5: Aantal FNLI-respondenten dat de afgelopen vier jaar deelnam aan de monitoring

Figuur 6: Gemiddelde scores (in percentages) van het grootbedrijf per hoofdvraag IMVO-risicomanagement

Figuur 6 geeft voor bedrijven met meer dan 250 werknemers de gemiddelde percentuele scores weer op de tien hoofdvragen over IMVO-risicomanagement in 2021 en in 2022. Vorig jaar waren dit 26 bedrijven, dit jaar 43. Grote bedrijven scoren over het algemeen gemiddeld hoog op de verankering van due diligence in beleid, inzicht in de productieketen en de rapportage over IMVO-risicomanagement. Er zijn nog stappen te maken in het identificeren en prioriteren van alle risico’s in de keten. Het gemiddelde ligt in 2022 iets lager dan in 2021. Een mogelijke verklaring is dat een flink aantal bedrijven voor het eerst deelneemt aan de monitoring. Het is ook mogelijk dat bedrijven bij de tweede keer beter inzicht hebben in wat er precies wordt bedoeld, en daardoor lager scoren.

Figuur 7: Gemiddelde scores (in percentages) van mkb-bedrijven per onderdeel van het due diligence proces

Figuur 7 geeft de gemiddelde percentuele scores weer op de vier hoofdthema’s van de vragenlijst voor mkb-bedrijven (minder dan 250 werknemers). In 2021 waren de antwoorden van 61 bedrijven opgenomen, dit jaar zijn dat er 81. Net als in het vorige jaar is de score op inzicht en actie voor het mkb het hoogst. Met name op het thema communicatie valt nog winst te behalen voor mkb-bedrijven. Op alle thema’s is dit jaar gemiddeld iets hoger gescoord.


In de uitgebreide deelrapportage van de FNLI is meer te lezen over de inzet van FNLI-leden op het gebied van due diligence. De rapportage biedt interessante inzichten in de inkoop van risicogrondstoffen, het type risico’s waar voedingsbedrijven alert op zijn en de maatregelen die vaak worden genomen om due diligence te borgen.


Vooruitblik

De stijgende deelname aan de jaarlijkse monitoring en andere IMVO-gerelateerde activiteiten zoals het webinar Verduurzaming in Internationale Toeleverketens en de Due Diligence Roadshow, toont aan dat bedrijven het convenant steeds beter weten te vinden. Het diverse karakter van de FNLI-achterban blijft een uitdagende factor bij het bieden van sectorgerichte ondersteuning en het bereiken van alle leden. Dit wil overigens niet zeggen dat leden die niet meedoen aan convenantsactiviteiten geen inspanningen leveren op het gebied van due diligence. De betrokkenheid van en samenwerking met de achttien aangesloten brancheorganisaties blijft het komende jaar prioriteit, om toch zoveel mogelijk leden bij het convenant te betrekken.


Samen met de FNLI IMVO-expertgroep en de Commissie Duurzaamheid wordt de komende tijd bepaald waar de focus van activiteiten op komt te liggen. De eerdergenoemde inspanningen worden voortgezet, waaronder gesprekken tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties met als doel verduurzamingsprojecten te starten in specifieke grondstoffenketens.


Op een aantal specifieke thema’s en grondstoffen laat de monitoring zien waar nog ruimte voor verbetering zit. De gegevens over ingekochte grondstoffen geven een goed beeld van de stromen waar FNLI-leden veel gebruik van maken. Het komend jaar wordt verkend of er behoefte is onder leden om hierop aanvullende activiteiten te ontwikkelen.


Net als vorig jaar nodigt de FNLI bedrijven die het self-assessment hebben ingediend uit om hun feedback te geven, zowel op inhoud als gebruik. Persoonlijke follow-up gesprekken geven meer inzicht in de vragen die nog spelen bij voedingsbedrijven. Een aantal branches heeft dit jaar voldoende response behaald voor een branche-benchmark op verschillende vragen en thema’s. Op basis hiervan kunnen bedrijven in brancheverband het gesprek aangaan en verbeterstappen formuleren.


Nu de contouren van wetgeving op ontbossing, due diligence en dwangarbeid steeds duidelijker worden, wil de FNLI verder nadenken over hoe de activiteiten en instrumenten van het convenant daarmee in overeenstemming kunnen worden gebracht. De FNLI zal zich samen met convenantpartijen buigen over het in ontwikkeling zijnde IMVO-steunpunt en de kansen die de nieuwe subsidieregeling Sectorale Samenwerking biedt. Na afloop van het IMVO Convenant Voedingsmiddelen blijft er een belangrijke rol weggelegd voor brancheverenigingen. De komende tijd zal de FNLI hieraan verder invulling geven.

Rapportage KNSV

Inzet op hogere deelname 

Uit de KNSV-rapportage blijkt dat de score in het vierde jaar met 44% vrijwel gelijk is gebleven aan de score van het derde jaar (47%). Een lichte stijging is zichtbaar op de onderdelen ‘communicatie’ en ‘toegang tot herstel’. De onderdelen ‘beleid en verankering’ en ‘inzicht en actie’ zijn licht gedaald. Het algemene beeld dat uit de resultaten komt, is vergelijkbaar met dat van vorig jaar.


Figuur 8: Gemiddelde scores van MKB en grootbedrijf samen (2020, 2021 en 2022)

een self-assessment in te vullen: dertien mkb-bedrijven en drie grootbedrijven. Zeven (mkb-)bedrijven deden voor de eerste keer mee. In de afgelopen vier jaar hebben in totaal 33 leden van de KNSV minstens één keer met de monitoring meegedaan. Het IMVO Convenant is voor ongeveer 40 leden van de KNSV relevant. Doordat de groep bedrijven in het vierde jaar is veranderd ten opzichte van het derde jaar is voorzichtigheid geboden bij het vergelijken van de resultaten.


Resultaten mkb

De individuele totaalscores van de mkb-bedrijven varieerden in 2022 van 12% tot 70%. De gemiddelde score van alle mkb-bedrijven is 40%. Figuur 9 laat de gemiddelde scores van alle mkb-bedrijven per thema zien voor 2021 en 2022. Het algemene beeld is dat de betrokken mkb-bedrijven een beleid hebben om hun ketens inzichtelijk te maken en die ketens ook inzichtelijk hebben. Stappen die bedrijven over het algemeen nog moeten zetten, zijn het opstellen van plannen van aanpak en het nemen van maatregelen om IMVO-risico’s te voorkomen of te verhelpen.

Figuur 9: Resultaten mkb-bedrijven (2021 en 2022)

Grootbedrijf

In 2022 hebben dezelfde drie grootbedrijven meegedaan aan de monitoring, waardoor de resultaten voor deze groep beter te vergelijken zijn. De individuele totaalscores varieerden in 2022 van 40% tot 80% met een gemiddelde score van 61%, net als in 2021. Figuur 9 laat de gemiddelde scores zien per essentiële vraag (zie Convenant Voedingsmiddelen, bijlage 1 voor de 10 essentiële vragen bij IMVO-risicomanagement).


De drie bedrijven scoren vrijwel hetzelfde als vorig jaar. De teruglopende scores op een paar onderdelen hebben met name te maken met nuances in de gegeven antwoorden (zoals van ‘ja, geheel’ naar ‘ja, wordt geïmplementeerd’). De verbeteringen op het gebied van beleid en communicatie hebben ermee te maken dat alle drie bedrijven dit jaar over hun IMVO-beleid en inspanningen hebben gecommuniceerd. Vorig jaar gold dit voor twee bedrijven.

Figuur 10: Resultaten grootbedrijf op de 10 essentiële vragen bij IMVO-risicomanagement (2021 en 2022)

Vooruitblik

De KNSV streeft ernaar dat alle leden actief werk maken van IMVO. Daarom zet zij zich in 2023 in voor een duidelijke toename van het aantal leden dat de self-assessment invult. De KNSV wil dit bereiken door IMVO op de agenda van de verschillende bijeenkomsten te (blijven) zetten en ondersteuning en activiteiten vanuit het convenant actief te blijven promoten, zoals de Due Diligence Roadshow en het IMVO Stappenplan. Ook wil de KNSV ervaringen vanuit de praktijk van bedrijven blijven delen in intervisiebijeenkomsten (gezamenlijk met de FNLI). Dit met als doel dat bedrijven de uitvoering van het IMVO-convenant niet als een administratieve last zien, maar enthousiast worden voor het uitvoeren van verbeteringen in hun ketens.