Jaarrapportage 2021

April 2022

Voortgang diepe spoor 

Het doel van het diepe spoor is om als convenantspartijen samenwerkingsvormen te ontwikkelen waardoor pensioenfondsen hun invloed kunnen vergroten op het beleid en de praktijk van de bedrijven waarin zij beleggen. Door kennis en ervaring te bundelen en gezamenlijk het engagement van pensioenfondsen te versterken , willen partijen negatieve impact in ketens verminderen. 

Wat is engagement?

Engagement staat voor een continue en constructieve dialoog tussen de belegger en de onderneming waarin de belegger investeert. In een proces van engagement oefent de belegger invloed uit, zodat de onderneming de (mogelijke) negatieve impacts die zij veroorzaakt, voorkomt, mitigeert en/of remedieert. De belegger kan daarbij uiteenlopende (tijdsgebonden) acties en verschillende escalatiestappen toepassen. De deelnemende pensioenfondsen kunnen het engagement zelf uitvoeren, uitbesteden of in samenwerking met andere beleggers uitvoeren. Ngo’s, vakbonden en overheid kunnen hen hierbij ondersteunen. Pensioenfondsen blijven wel zelf verantwoordelijk voor het engagement met de ondernemingen waarin zij beleggen. Zie ook het OESO-richtsnoer voor Institutionele Beleggers.

De werkgroep diepe spoor is in 2021 uitgebreid. Ze bestaat nu uit twaalf pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, ngo’s, vakbonden en de overheid. De werkgroep bewaakt de doelstelling van het diepe spoor en de selectie van de casussen. Voor elke nieuwe casus wordt een subwerkgroep ingesteld die een samenwerkingsplan maakt en de betrokken pensioenfondsen ondersteunt bij hun engagement. Elke geleding kan een casus inbrengen over een beursgenoteerd bedrijf, een sector of een bepaalde misstand. Bij de selectie van casussen worden criteria gebruikt die overeenkomen met de doelstellingen van het convenant. Zo worden casussen geselecteerd op basis van de ernst van (mogelijke) negatieve impacts en de meerwaarde die de samenwerking tussen partijen oplevert. De nadruk ligt op sociale thema’s, zoals mensenrechten, vrijheid van vereniging of kinderrechten.

Voortgang diepe spoor

In 2021 is er in subwerkgroepen aan zes casussen gewerkt:  

  • Mijnbouwcasus: de casus richt zich op een groot multinationaal bedrijf met een mijnbouwlocatie in Peru. In de mijnbouw spelen problemen als risicovolle arbeidsomstandigheden, vervuiling van leefomgeving en waterbronnen, gedwongen verhuizingen en tekortschietende consultatie van betrokkenen. In deze casus lag de nadruk op landrechten en de rechten van werknemers. De casus is eind 2021 formeel tot een eind gekomen, maar in 2022 worden nog een paar activiteiten ondernomen zoals een gesprek met de Raad van Bestuur van het bedrijf en de organisatie van een Ronde Tafel Bijeenkomst. In december werden de lessen van de casus gepubliceerd
  • Palmolie: Hierbij richt de engagement zich op een palmolie verwerkend consumentenbedrijf en op een palmolieleverancier. Doel is om de palmolieproductie te verduurzamen. Hieraan zitten veel aspecten, waaronder het voorkomen van illegale kap van bossen en de leefbaarheid voor lokale gemeenschappen.
  • Platformeconomie: deze casus richt zich op een groot multinationaal bedrijf dat online producten verkoopt en waar veel misstanden met betrekking tot arbeidsrechten in de distributiecentra gemeld worden. De casus richt zich op Duitsland en vakbondsvrijheid. 
  • Micamijnen: de casus richt zich op de winning van mica in informele mijnen in India en Madagaskaren in het bijzonder op het risico kinderarbeid. Mica wordt in veel industrieën gebruikt, vooral ook in de elektronicasector. De casus richt zich op een autofabrikant en een toeleverancier. 
  • Tech-industrie: de casus richt zich op een groot techbedrijf en op het risico van digitale schending van mensenrechten.
  • Biodiversiteit: de casus richt zich op de impact van sojateelt op ontbossing in Brazilië en linkt deze aan de vraag naar soja voor vlees- en zuivelproductie in Europa. De casus biodiversiteit is begin 2021 opgezet vanuit het Convenant IMVB Verzekeringssector en halverwege dat jaar is de samenwerking gezocht met het pensioenconvenant. 

De casussen doorlopen grofweg vier fasen. Figuur 2 geeft aan in welke fase de casussen zich in 2021 bevinden. Soms lopen de fases door elkaar heen. Zo wordt bij sommige casussen het samenwerkingsplan jaarlijks hernieuwd. Ook kan tijdens het engagement met een bedrijf nieuwe informatie worden aangeleverd om de onderhandelingspositie van de pensioenfondsen te versterken. Aan de hand van de kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) die in het convenant staan, wordt gemeten wat een casus oplevert aan veranderingen ter plaatse, binnen het bedrijf en op sector-/ beleidsniveau, en wat de geleerde lessen zijn voor volgende engagementprocedures. De uitkomsten worden gemeten als een casus is afgerond.

Figuur 2 Betrokkenen en gefaseerd verloop casussen in 2021

Bevindingen monitoringcommissie

De monitoringcommissie constateerde op basis van de tweede voortgangsmeting dat er progressie is gemaakt in het voeren van engagement, maar dat de aandacht voor de evaluatie van het proces beperkt is gebleven. Ook wordt er nog niet gerapporteerd conform de KPI’s zoals opgenomen in het convenant. Dit maakt een kwantitatieve analyse moeilijk. De monitoringcommissie ziet op basis van kwalitatieve analyse wel dat er leerervaringen worden benoemd en dat er voorzichtig impact wordt gemaakt in de casussen. Dit geldt met name voor de mijnbouwcasus. Deze casus is in december 2021 afgerond met een uitgebreid verslag


De uitdaging binnen het diepe spoor ligt in het effectief vastleggen van de meerwaarde van de samenwerking en het benutten van deze informatie, zodat ook de pensioenfondsen in het brede spoor hieruit lering kunnen trekken. Een belangrijke vraag is hoe de gezamenlijk gevoerde engagements na afloop van het convenant worden voortgezet. Dit zijn aandachtspunten waar het diepe spoor in het vierde convenantsjaar mee aan de slag gaat. 

Casus 2 Palmolie


In de tweede casus richten partijen zich op de waardeketen van palmolie. De casus betreft een multinationaal, beursgenoteerd bedrijf dat een grote afnemer is van palmolie en een producent hiervan. Issues in deze sector zijn mensenrechten en arbeidsrechten, zoals landrechten, vrijheid van vereniging, lage lonen, gezondheid en veiligheid, dwangarbeid, genderdiscriminatie en kinderarbeid. Partijen werken op dit moment aan een plan om hun gezamenlijke kennis te bundelen en in te zetten gedurende het engagement. De behandeling van deze casus is dus nog in een beginstadium.