Jaarrapportage 2021
April 2022
Samenwerking brede spoor
In het brede spoor werken alle partijen samen om de pensioenfondsen te ondersteunen bij de implementatie van de OESO-richtlijnen en de UNGP’s in hun beleid en beleggingspraktijk. De zes stappen van due diligence staan hierbij centraal.
Het gezamenlijk ontwikkelde instrumentarium speelt daarbij een belangrijke rol. Het instrumentarium bevat concrete adviezen om maatschappelijk verantwoord beleggen in te bedden in beleid, contracten met externe dienstverleners, monitoring en rapportage. Het instrumentarium geeft uitleg bij de tekst van het convenant en levert tekstsuggesties voor beleid en voor contracten met externe dienstverleners. Het instrumentarium wordt elk jaar naar aanleiding van het monitoringrapport en de evaluatie door pensioenfondsen aangepast en uitgebreid.
Pensioenfondsen zijn verplicht om een toelichting te geven op de thematische aandachtsgebieden die voor hen, op grond van de ESG due diligence-procedures en de deelnemersvoorkeuren, als risicovol zijn beoordeeld. Om de fondsen hierbij te ondersteunen, hebben de ngo’s en vakbonden themakaders opgesteld: handreikingen bij specifieke onderwerpen, zoals klimaatverandering, vakbondsvrijheid en dierenwelzijn. Er zijn inmiddels in totaal veertien themakaders gepubliceerd.
Het instrumentarium, inclusief de themakaders, wordt door middel van kennissessies, nieuwsbrieven en de jaarbijeenkomst onder de aandacht gebracht van pensioenfondsen. In 2021 zijn er tien kennissessies geweest: vier over due diligence, vijf over specifieke themakaders en één over monitoring. Dit is een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor.
Acties voor versnelling
Naar aanleiding van de eerste voortgangsmeting zijn er de afgelopen periode meer kennissessies gehouden dan in het eerste jaar. Ook is er hard aan gewerkt om het instrumentarium beter te laten aansluiten bij de praktijk van de pensioenfondsen. Dit heeft effect gehad: 60 deelnemende pensioenfondsen gaven in de voortgangsmeting aan gebruik te hebben gemaakt van het instrumentarium: een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor. Het instrumentarium wordt echter wisselend beoordeeld. De monitoringcommissie beveelt dan ook aan om het instrumentarium door te blijven ontwikkelen en specifieke handreikingen te blijven maken over de knelpunten binnen het convenant. De subwerkgroep Redactie is met de doorontwikkeling van het Instrumenarium in 2021 gestart.
Het convenant is in 2021 begonnen met een nieuwe samenwerkingsvorm: intervisie. Hiermee wordt aan de behoefte van pensioenfondsen voldaan om in een vertrouwelijke setting met anderen te kunnen sparren. De intervisietrajecten worden gecoördineerd door de Pensioenfederatie en de SER en begeleid door een pensioenfonds én een ngo of vakbond of de overheid samen. Aan de intervisie hebben 54 pensioenfondsen meegedaan, verdeeld in zes groepen. In de intervisie wordt speciaal aandacht besteed aan kennisuitwisseling, samenwerking en de versterking van het onderling begrip. Ook zijn verschillende onderwerpen aan bod gekomen, geagendeerd door de fondsen zelf, variërend van praktische uitdagingen bij het implementeren van beleid tot bredere vraagstukken, zoals de uitdaging om naast het convenant ook aan de slag te gaan met de implementatie van de nieuwe Europese regelgeving: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Alle intervisiegroepen hebben na de eerste drie georganiseerde sessies besloten als groep door te gaan. Er is ook een document met kernpunten gemaakt en gedeeld met deelnemers, waarin een samenvatting staat van de besproken onderwerpen en meer handvatten worden gegeven.
De partijen in het convenant zijn ook doorgegaan met het ontwikkelen van handreikingen. Zo zijn er verschillende themakaders gemaakt die als leidraad kunnen dienen bij het opstellen van thematisch beleid door pensioenfondsen. Ook zijn een due diligence quickstart guide en een voorbeeldcasus opgesteld om te laten zien waar pensioenfondsen naartoe kunnen werken.
Yvonne Janssen, adviseur duurzaam beleggen PGB Pensioendiensten, over het brede spoor
‘Een duidelijke missie en visie op duurzaam beleggen leiden tot betere keuzes’
Pensioenfonds PGB heeft al langer aandacht voor duurzaam beleggen, maar wil nu een volgende stap maken met een duidelijke missie, visie en strategie voor duurzaam beleggen. Yvonne Janssen, beleidsadviseur duurzaam beleggen bij PGB Pensioendiensten, ziet de samenwerking binnen het brede spoor van het convenant daarbij als stimulans.
Hoe belangrijk is deelname aan het brede spoor voor Pensioenfonds PGB?
“Heel belangrijk. Het is leerzaam om met andere pensioenfondsen en partijen over duurzaam beleggen te sparren. Of je nu een klein of groot pensioenfonds bent, we hebben allemaal met dezelfde vraagstukken en uitdagingen te maken. Het gaat erom dat de pensioenfondsensector als geheel verder komt met duurzaam beleggen. Daar kunnen we elkaar bij helpen.
Duurzaam beleggen vraagt om een andere manier van denken over investeringen. Vragen die ons bezighouden zijn onder meer: hoe verhoudt duurzaam beleggen zich tot risico en rendement, hoe kun je je beleggingen aanwenden om een positieve bijdrage te leveren aan een duurzame samenleving en economie, hoe maak je de resultaten meetbaar en inzichtelijk, hoe actief stimuleer je bedrijven om de duurzame transitie te maken en welke bedrijven sluit je uit? Pensioenfonds PGB is al jaren bezig met duurzaam beleggen, maar toch hebben wij ook nog stappen te zetten. Wij willen graag met deelnemers, werkgevers, collega pensioenfondsen en andere stakeholders in gesprek over ons beleggingsbeleid. Samen de dialoog voeren en van elkaar leren door transparant te zijn over belangen, keuzes en dilemma’s. Dat helpt ons om een toekomstbestendige visie op duurzaam beleggen te ontwikkelen en uit te voeren, die gedragen wordt door onze achterban.”
Helpt de samenwerking binnen het convenant daarbij?
“Absoluut. De afgelopen jaren is er in het brede spoor aan beleid en instrumenten gewerkt die pensioenfondsen ondersteunen bij duurzaam beleggen. Ik zou het mooi vinden om het laatste convenantsjaar te gebruiken om samen naar concrete beleidsstukken te kijken waarin de doelstellingen van het IMVB Convenant worden vertaald. Wij werken als pensioenfonds nu bijvoorbeeld aan een missie, visie en strategie voor duurzaam beleggen en aan een beleidsstuk over hoe wij de dialoog voeren met bedrijven en op aandeelhoudersvergaderingen stemmen. Ik ben heel benieuwd naar de input van de andere deelnemende pensioenfondsen op onze beleidsstukken. Omgekeerd denk ik zelf ook graag mee over hun beleidsstukken. De onderlinge samenwerking is constructief en er is veel vertrouwen. Ik denk dat we er allemaal veel aan hebben om met elkaar mee te denken en van elkaar te leren.”
Waarom is het belangrijk om een missie, visie en strategie voor duurzaam beleggen te hebben?
“Er zijn heel veel initiatieven, doelen, standaarden, regels en wetten waar wij als pensioenfondsen wat mee moeten, op Nederlands, Europees en internationaal niveau. Het risico is dat we alleen maar bezig zijn met reageren op wat er op ons afkomt. Wij kunnen echter niet alles en zeker niet alles tegelijk. Een duidelijke missie en visie op duurzaam beleggen helpen ons om als pensioenfonds onze eigen strategie te bepalen. Daarmee laten we zien wat wij belangrijk vinden, wat wij willen bereiken met duurzaam beleggen en wat onze verantwoordelijkheid en invloed zijn. Dat komt een toekomstbestendig duurzaam beleggingsbeleid ten goede en maakt het makkelijker om keuzes te maken.
Op dit moment voert BMO Global Asset Manamagent alle engagements voor Pensioenfonds PGB uit. De komende jaren willen we zelf meer in dialoog gaan met bedrijven, ook samen met andere partijen. Dan kunnen we onze invloed gebruiken om concrete resultaten te behalen op een aantal thema’s die in lijn liggen met onze missie en visie. Ook kunnen we zo een begin maken met de invulling van de eis tot verhaal en herstel uit het IMVB Convenant.
Als wij bedrijven willen aanmoedigen om de transitie naar een duurzame samenleving te maken, moeten we onze invloed proactief aanwenden en erop toezien dat bedrijven concrete doelen stellen en resultaten behalen. Daarmee voorkomen we dat bedrijven het engagement als excuus gebruiken: blijven praten, maar zonder daadwerkelijk iets te veranderen. Dat lijkt op greenwashing. Als het engagement niets oplevert, is de volgende stap: uitsluiting.”
Is het convenant nog nodig als er IMVO-wetgeving van kracht wordt?
“Het convenant heeft meerwaarde omdat het stimuleert tot samenwerking. Die samenwerking moeten we zien te behouden, ook als het convenant over een jaar afloopt. Binnen het convenant ligt de nadruk op thema’s als mensenrechten en arbeidsrechten. Die onderwerpen zijn net zo belangrijk voor de transitie naar een duurzame samenleving en economie als het thema klimaat.
Prioriteit binnen het convenant is om samen na te denken over hoe we vormgeven aan het recht op verhaal en herstel voor mensen die negatieve gevolgen ondervinden van de activiteiten van de bedrijven waarin wij beleggen. Als we als pensioenfondsen, ngo’s en vakbonden samen optrekken, hebben we meer invloed en bereiken we betere resultaten.”
Sanne van Keulen, projectleider Natuur & Milieu, over deelname aan het brede spoor
‘Uitsluiten heeft wel degelijk invloed’
De klimaatdoelen van Parijs en Nederland vragen fundamentele veranderingen in het economische en financiële systeem. Sanne van Keulen, projectleider IMVO-convenanten voor de verzekeringssector en pensioenfondsen bij Natuur & Milieu, ziet de financiële sector veranderen, al gaat het nog niet snel genoeg.
Wat draagt het brede spoor bij aan de doelstellingen van het pensioenconvenant?
“We hebben de afgelopen jaren diverse instrumenten ontwikkeld waarmee pensioenfondsen hun IMVO-beleid en due diligence-proces vorm kunnen geven. Dat gaat pensioenfondsen zeker helpen, ook als er straks IMVO-wetgeving van kracht wordt. Het convenant is een goede voorbereiding op die wetgeving. Beide zijn nodig om een gelijk speelveld te creëren tussen voorlopers en achterblijvers. De kracht van het convenant is dat pensioenfondsen samen met andere pensioenfondsen, ngo’s, vakbonden en overheid aan maatschappelijk verantwoord beleggen kunnen werken. De kracht van wetgeving is dat de verandering die nodig is daadwerkelijk wordt afgedwongen.
Hoe is de samenwerking binnen het convenant?
“In het eerste convenantsjaar waren de tegenstellingen groot. Het onderlinge vertrouwen was minimaal. Maar die houding is het afgelopen jaar omgeslagen. We zijn binnen het convenant echt met elkaar gaan samenwerken, zowel in het brede als diepe spoor. We zien meer overeenkomsten in wat we willen bereiken. De beelden die de samenwerking in de weg stonden, smelten weg. Veel pensioenfondsen lijken het afgelopen jaar echt een draai te hebben gemaakt op het gebied van duurzaamheid. Ik zie en voel meer intrinsieke motivatie om aan verduurzaming te werken. Het convenant heeft zeker aan die verandering bijgedragen. Maar de pensioenfondsen zien ook dat financiële en maatschappelijke risico’s steeds meer gaan overlappen. Ook blijkt uit onderzoeken dat deelnemers van hun pensioenfonds verwachten dat het duurzaam belegt.
Pensioenfondsbestuurders zijn over het algemeen best risicomijdend, maar ze zien inmiddels wel in dat business as usual geen optie meer is. Een voorbeeld is het besluit van vier pensioenfondsen eind vorig jaar om hun beleggingen in fossiele brandstoffen te stoppen. Naast ABP zijn dat metaalfonds PME, het Pensioenfonds Horeca & Catering en het Pensioenfonds UWV. Een krachtig signaal van de verandering die gaande is.”
Is uitsluiten beter dan engagen?
“Dat was altijd het grote dilemma. Door te engagen kun je als belegger invloed uitoefenen op een bedrijf. Als je weggaat, is het maar de vraag of het bedrijf gaat veranderen. De OESO-richtlijnen zien uitsluiting ook als allerlaatste optie. Toch blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek dat uitsluiten wel degelijk invloed heeft op de klimaatprestaties van een bedrijf. Als beleggers zich terugtrekken omdat een bedrijf niet hard genoeg aan verduurzaming werkt, leidt dat tot reputatieschade voor het bedrijf en vaak ook tot een langdurige koersdaling op de beurs. Tegelijkertijd blijkt dat het bedrijf in vergelijking met andere bedrijven over de langere termijn beter gaat presteren op het gebied van klimaat.
Het kan dus een uitstekende beslissing zijn om je als belegger terug te trekken. Het oude paradigma dat uitsluiting schone handen, maar geen verandering oplevert, kan dus overboord.
Maar of je nu kiest voor engagement of uitsluiting, mijn boodschap is: doe het goed en maak daarin strategische keuzes. Kijk hoe kun je jouw invloed kunt aanwenden om een bedrijf echt te veranderen.”
Kúnnen pensioenfondsen de koers van bedrijven veranderen?
“Een pensioenfonds heeft in zijn eentje minder invloed dan met een collectief. Daarom is het verstandig dat pensioenfondsen zich verenigen, bijvoorbeeld op een bepaald thema of risico, en heel gericht gaan engagen. Het kan ook helpen om het aantal bedrijven waarin je als fonds belegt te verminderen. Er zijn pensioenfondsen die criteria hebben vastgesteld om te bepalen in welke bedrijven ze wel en in welke ze niet meer beleggen. Daardoor kunnen ze gerichter engagen. Het is onmogelijk om op alle risico’s tegelijk in te zetten. Een van de stappen in het due diligence-proces is risico’s prioriteren en de voor de samenleving belangrijkste risico’s eerst aanpakken. Door dat systematisch te blijven doen, kom je stap voor stap verder.”
Welke rol zie jij voor ngo’s en vakbonden?
“Veranderingen komen niet alleen tot stand door wetgeving, maar ook door maatschappelijke druk, dat laat de geschiedenis duidelijk zien. Ngo’s en vakbonden kunnen het handelen van pensioenfondsen versterken door hun kennis te delen, hun netwerken in te brengen en door maatschappelijke druk te organiseren. Wij laten zien dat er grote weeffouten zitten in het huidige economisch systeem. Wie voor de korte termijn gaat, loopt op de lange termijn enorme risico’s. Die worden nu nog afgewenteld op vooral arme mensen in landen ver van ons bed. Gelukkig begint dat inzicht meer en meer door te dringen.
Grote beleggers zijn net olietankers. Het duurt een tijd voor ze hun koers hebben bijgesteld. Het gaat nu nog té langzaam, maar ik hoop en verwacht wel een versnelling. Om gevaarlijke klimaatverandering af te wenden, zal het wel moeten.”