Jaarrapportage 2020

Juni 2021

Samenwerking diepe spoor 

In het diepe spoor ontwikkelen de convenantspartijen samenwerkingsvormen waardoor pensioenfondsen meer invloed krijgen in de bedrijven waarin zij beleggen. Het diepe spoor gaat over het engagement van pensioenfondsen in vier specifieke casussen, met als doel de negatieve impact in de keten te verminderen.

Wat is engagement?

Engagement staat voor een continue en constructieve dialoog tussen de belegger en de onderneming waarin hij investeert. In een proces van engagement oefent een belegger invloed uit op het beleid van de onderneming, zodat die onderneming de (mogelijke) negatieve impacts die zij veroorzaakt voorkomt, mitigeert en/of remedieert. De belegger kan daarbij uiteenlopende (tijdsgebonden) acties en verschillende escalatiestappen toepassen. De deelnemende pensioenfondsen kunnen het engagement zelf uitvoeren, dan wel uitbesteden of in samenwerking met andere beleggers uitvoeren. Ze zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het engagement met de ondernemingen waarin zij beleggen. Ngo’s, vakbonden en overheid kunnen hen hierbij ondersteunen. Zie voor meer informatie het OESO-richtsnoer voor Institutionele Beleggers.

De werkgroep diepe spoor bestaat uit elf pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, ngo’s, vakbonden en de overheid. De werkgroep bewaakt de doelstelling van het diepe spoor en de selectie van de casussen. Voor elke nieuwe casus wordt een subwerkgroep ingesteld die een samenwerkingsplan maakt en de betrokken pensioenfondsen ondersteunt bij hun engagement.

Elke geleding kan een casus inbrengen betreffende een beursgenoteerd bedrijf, een sector of een bepaalde misstand. Bij de selectie van casussen worden criteria gebruikt die overeenkomen met de doelstellingen van het convenant:

  • Casussen worden geselecteerd op basis van de ernst van (mogelijke) negatieve impacts. Daarbij gaat het conform de OESO-richtlijnen om de mate, schaal en onomkeerbaarheid van de (mogelijke) impact.
  • Casussen creëren meerwaarde door samenwerking tussen partijen. Zo worden bij voorkeur alle geledingen bij een casus betrokken en sluit een casus aan bij de prioriteiten, programma’s en (lokale) netwerken van de partijen.
  • Casussen hebben een focus op de S van ESG. Dit betekent dat casussen een duidelijke relatie hebben met sociale thema’s, zoals mensenrechten, vrijheid van vereniging of kinderrechten.
  • Casussen hebben een brede relevantie voor de hele pensioensector en voor de overige geledingen binnen het convenant.

Voortgang diepe spoor

In 2020 werd in het diepe spoor aan vier casussen gewerkt: mijnbouw, palmolie, platformeconomie en kinderrechten in micamijnen. De casussen doorlopen grofweg vier fasen, die soms ook door elkaar heen lopen. Zo wordt bij sommige casussen het samenwerkingsplan jaarlijks hernieuwd. Ook kan tijdens het engagement met het bedrijf (fase 3) nieuwe informatie worden aangeleverd om de onderhandelingspositie van de pensioenfondsen te versterken. Figuur 2 geeft aan in welke fase de vier casussen zich bevinden. Aan de hand van de Key Performance Indicators (KPI’s) die in het convenant staan, wordt gemeten wat een casus oplevert aan veranderingen ter plaatse, binnen het bedrijf en op sector-/beleidsniveau, en wat de geleerde lessen zijn voor volgende engagementprocedures. De uitkomsten worden gemeten als een casus is afgerond.

Figuur 2 Gefaseerd verloop casussen in 2020

Op basis van de eerste voortgangsmeting (peildatum 31 december 2019) constateerde de monitoringcommissie dat er in het diepe spoor vooruitgang is geboekt. De grootste uitdagingen voor de komende jaren liggen in de vastlegging van de effectiviteit, uitvoerbaarheid en schaalbaarheid van de methoden die in de casussen worden gebruikt.


In 2020 heeft de werkgroep diepe spoor een format ontwikkeld om deze informatie uit te vragen. De eerste casus, mijnbouw, wordt naar verwachting in 2021 afgerond. De geleerde lessen worden opgeleverd aan het brede spoor en in het instrumentarium verwerkt. Naast veranderingen ter plaatse, is nadrukkelijk ook het doel om te leren van de casussen en zo pensioenfondsen te ondersteunen om tot een effectiever engagement te komen.

Casus 2 Palmolie


In de tweede casus richten partijen zich op de waardeketen van palmolie. De casus betreft een multinationaal, beursgenoteerd bedrijf dat een grote afnemer is van palmolie en een producent hiervan. Issues in deze sector zijn mensenrechten en arbeidsrechten, zoals landrechten, vrijheid van vereniging, lage lonen, gezondheid en veiligheid, dwangarbeid, genderdiscriminatie en kinderarbeid. Partijen werken op dit moment aan een plan om hun gezamenlijke kennis te bundelen en in te zetten gedurende het engagement. De behandeling van deze casus is dus nog in een beginstadium.