Jaarrapportage 2019-2020 | December 2020
Jaarrapportage 2019-2020
December 2020
Voorwoord
Het IMVO-convenant Voedingsmiddelen is in het tweede jaar een stap verder gekomen. Dankzij de inspanningen van de brancheverenigingen Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en de Koninklijke Nederlandse Specerijenvereniging (KNSV) en de ondersteuning door de convenantpartijen. Bedrijven zijn zich niet alleen meer bewust geworden van IMVO, maar geven er ook beter invulling aan.
Het aantal bedrijven dat de monitoringstool heeft ingevuld, is meer dan verdubbeld ten opzichte van vorig jaar: van 48 bedrijven naar circa 110 bedrijven. Afgezet tegen het in het convenant beschreven mid-term evaluatiecriterium van 110 bedrijven betekent dit dat het convenant in het tweede jaar flinke vooruitgang heeft geboekt om tot dit criterium te komen. Daarnaast betekent het dat steeds meer bedrijven zich inzetten voor IMVO en risico’s in hun toeleveringsketen willen aanpakken. En dat ondanks Covid-19.
De uitbraak van de coronapandemie had en heeft grote impact op het convenant. Een convenant vraagt immers bij uitstek om direct overleg en samenwerking. Online is dat heel anders dan fysiek. Bedrijven staan bovendien voor grote uitdagingen doordat de levering van producten wereldwijd stagneert. Toch is de aandacht voor IMVO het afgelopen jaar niet af- maar toegenomen. Het blijkt belangrijker dan ooit om sterke, transparante en eerlijke ketens te hebben en om goede relaties te onderhouden met leveranciers en producenten, tot in het land van herkomst.
De verschillen binnen de voedingsmiddelensector blijven nog aanzienlijk. Grote bedrijven, zoals supermarkten en multinationale voedingsmiddelenbedrijven, zijn al langere tijd met IMVO bezig. Veel MKB-bedrijven zijn recenter begonnen en hebben hierin ondersteuning nodig. Daarom zijn er in het tweede convenantjaar speciaal voor het MKB praktische instrumenten ontwikkeld. Voorlichting aan en training van MKB-bedrijven blijven van belang. De aanpak van risico’s in de keten begint immers bij inzicht in de keten en bewustwording.
Er gebeurt veel op het gebied van IMVO in de complexe voedingsmiddelensector, maar er is vooral nog heel veel te doen. Dat is onze drijfveer voor het derde convenantjaar. Het heeft in de eerste jaren tijd gekost om elkaar te leren kennen, om vertrouwen op te bouwen en praktische tools voor IMVO te ontwikkelen. Nu komt het aan op de echte uitdaging: het ondersteunen van bedrijven bij de identificatie en aanpak van risico’s in de keten én het uitvoeren van concrete verbeterprojecten in de productielanden. Het doel is dat we impact maken zodat boeren en arbeiders in die landen het verschil gaan merken.
We volgen de goede voorbeelden, zoals het Banana Retail Commitment on Living Wage van de supermarkten met IDH The Sustainabe Trade Initiative en de projecten tegen kinderarbeid van de KNSV, waarbij het convenant een verbindende functie heeft. We zijn ook alert op misstanden binnen Europa. Het afgelopen jaar is er in de media en in de Tweede Kamer veel aandacht geweest voor de arbeidsomstandigheden en beloning van migranten in de fruit- en groenteteelt in Zuid-Europa. Het ging daarbij met name om tomaten. Deze keten wordt verder in kaart gebracht en de risico’s worden onderzocht, om te bezien hoe deze problematiek effectief kan worden aangepakt. Met deze verbeterprojecten banen we de weg voor de verbetering van de hele voedingsmiddelensector en alle toeleveringsketens. Want samen bereiken we meer.
Ewald Wermuth, voorzitter IMVO-convenant voedingsmiddelen
Pierre Hupperts, voorzitter tot juni 2020