Mei 2022

Voorwoord

­Van financiers wordt in deze tijd verwacht dat zij hun maatschap­pelijke verantwoordelijk­heid ten volle nemen voor de duurzame en inclusieve transitie die nu allerwege aan de orde is. Dat geldt ook de verzekeringssector die met een omvangrijk belegd vermogen een substantiële impact heeft op maatschappij en economie. Gelukkig heeft de sector deze handschoen opgenomen, onder andere met de ondertekening van het IMVO-convenant in 2018. 

­
Het belang hiervan is vanuit maatschappelijk perspectief groot. Het is namelijk moeilijk voorstelbaar deze transitie in de komende decennia succesvol te volbrengen zonder actieve steun van het bedrijfsleven, de financiële sector inbegrepen.  Alle betrokkenen delen de ambitie om van het IMVO-convenant een succes te maken. Daar draag ik graag naar vermogen aan bij. Daarom heb ik in het najaar van 2021 het stokje van Femke de Vries overgenomen als onafhankelijk voorzitter.


Ook voor de verzekeringssector zelf is het IMVO-convenant van grote betekenis. De grondgedachte van het convenant – het zoveel mogelijk voorkomen, beperken en zo nodig herstellen van eventuele negatieve impact op mens, dier en milieu – wordt namelijk weerspiegeld in lopende Europese trajecten (zoals financiële regulering (disclosure, taxonomie) en due diligence wetgeving) en het Nederlandse klimaatcommitment van de financiële sector waar ook tal van verzekeringsmaatschappijen zich aan hebben verbonden. De voortgang die verzekeringsmaatschappijen boeken in de uitvoering van het IMVO-convenant helpt de sector om tijdig en adequaat te acteren op nieuwe regulering en specifieke maatschappelijke urgenties als de klimaatcrisis. Linksom of rechtsom, de maatschappelijke stem klinkt steeds luider in de bestuurskamer, ook van verzekeraars.


Die stem van adequaat antwoord voorzien is geen geringe opgave. Het is daarom van groot belang dat, naast het voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het convenant, het samenspel van convenants-partijen tot een inspirerende en vruchtbare uitwisseling van best practices en inzichten leidt die verzekeraars tot voordeel strekken in hun beleggingsbeleid. In 2021 zijn stappen gezet om deze kant van het convenant nog meer inhoud te geven, bijvoorbeeld het jaarthema biodiversiteit, waarbij verzekeraars, pensioenfondsen en andere convenantspartijen collectief het gesprek voeren met voedingsmiddel­bedrijven over de gevolgen van soja op ontbossing. Daarnaast bespreken verzekeraars in intervisie­­groepen de dilemma’s rondom de implementatie van het convenant, waarbij er erkenning is voor de uitdagingen én veel van elkaar wordt geleerd. Nu de partijen al enige tijd samenwerken zien we dat er meer gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise, zoals bij de ontwikkeling van verschillende themakaders.


In dit derde jaar van het convenant zijn dus opnieuw betekenisvolle stappen gezet. We zien allemaal dat hard wordt gewerkt aan de uitvoering door verzekeraars; met de monitoringscommissie constateren we daarnaast dat er nog het nodige moet gebeuren om aan alle verplichtingen van het convenant te voldoen. Dat staat ons allen goed op het netvlies.


Ik dank alle partijen, de SER en de monitorings­­commissie voor hun bijdrage aan de uitvoering van dit convenant en ik spreek graag mijn grote waardering uit voor Femke de Vries, mijn voorganger in de eerste jaren van dit convenant. Ik heb goed geluisterd naar alle partijen: Wat allen verbindt is de gemeenschappelijke wens dat met het convenant in de hand financieringen goed en tijdig worden gewogen op maatschappelijke impact. Laat dat ook in de laatste fase van het convenant de gemeenschappelijke inspiratie zijn.


Kees Vendrik, voorzitter internationaal MVO-convenant maatschappelijk verantwoord beleggen in de verzekeringssector