Juni 2023

Monitoring

Jaarlijks beoordeelt een onafhankelijke Monitoringcommissie de voortgang van de doelstellingen van het convenant. De voortgang van de sector wordt getoetst aan de hand van een vragenlijst. De werkgroep monitoring stelt deze op als voorstel aan de Monitoringcommissie om goed te keuren. De Monitoringcommissie stelt het monitoringsrapport op aan de hand van de antwoorden van de partijen op de vastgestelde vragen en een aantal interviews met verzekeraars en partijen.


In 2022 is er gebruikt gemaakt van een nieuwe, gebruiksvriendelijke tool. Deze tool biedt verschillende mogelijkheden, zoals makkelijker antwoorden opslaan en het toevoegen van toelichtingen. Daarnaast waren er drie verschillen ten opzichte van vorige jaren in het monitoringsproces:


  1. De focus van de Monitoringcommissie lag op de resultaten van de (middel) grote verzekeraars, waarbij de verplichting om overal bewijslast te verstrekken is verzwaard.
  2. De monitoring van kleine verzekeraars over 2021 is vereenvoudigd tot een self-assessment zonder de verplichting van bewijslast.
  3. Toevoeging van het “percentage belegd vermogen”. In aanvulling op de percentages van het aandeel verzekeraars dat aan een bepaalde afspraak voldoet, zegt het percentage belegd vermogen ook iets over de reikwijdte en de impact van de resultaten.

In het vierde monitoringsrapport concludeert de Monitoringscommissie dat nog geen verzekeraar volledig voldoet aan alle afspraken van het convenant. Bovendien is de gehoopte inhaalslag uitgebleven tussen wat bereikt moet worden en waar verzekeraars staan in 2021. Ook laat het rapport zien dat op drie van de vier due diligence stappen de cijfers van de implementatie van alle onderliggende afspraken gedaald zijn (vanwege een strengere controle op bewijslast) en daarbij vermoedt de Monitoringcommissie een gebrek aan urgentie dan wel daadkracht om de afspraken te implementeren.


Op alle onderdelen van het convenant moeten verzekeraars een flinke inhaalslag maken. Wel ziet de Monitoringcommissie dat op elk onderdeel meerdere verzekeraars voldoen, onafhankelijk van de grootte van de verzekeraar. De stuurgroep concludeert in haar reactie dat de resultaten teleurstellend zijn, maar dat het voor elke verzekeraar haalbaar is om voortgang te boeken. De Stuurgroep ziet dit als aanmoediging voor alle verzekeraars om in het laatste convenantsjaar zich in te spannen om de scores te verbeteren.


In het afgelopen jaar heeft de werkgroep Monitoring een vragenuur aangeboden aan verzekeraars, waarin zij inhoudelijke en procesmatige vragen konden stellen over de monitoring. Tijdens dit vragenuur waren er negen verzekeraars aanwezig. Ook was er de hoor- en wederhoorfase en hebben de verzekeraars een individuele terugkoppeling ontvangen op de beantwoording van de vragen in de monitoringstool. Hiermee kunnen de verzekeraars, naast het generieke monitoringsrapport, specifiek inzien hoe de Monitoringcommissie kijkt naar hun individuele voortgang op de implementatie van het convenantsafspraken.


In 2023 zal de eindmonitoring plaatsvinden en zal de Monitoringcommissie een meting doen over anderhalf jaar (van begin 2022 tot half 2023). Daarnaast zullen ze ook via een eindevaluatie onderzoeken hoe de verzekeraars, ngo’s en de overheid het IMVO-convenant voor de verzekeringssector beoordelen.