Juni 2024

Jaarrapportage 2023-2024 en eindrapportage

Due Diligence

Partijen hebben in het vijfde jaar een nieuwe tool ontwikkeld om due diligence risico’s te analyseren, diverse kennissessies georganiseerd en zijn doorgegaan met het due diligence proces van bedrijven en de monitoring daarvan. Daarnaast zijn er een aantal belangrijke thema’s voor de toekomst in kaart gebracht.

Risicomatrix

Partijen van het IMVO-convenant voor de Metaalsector hebben een nieuwe tool ontwikkeld: de Due Diligence Risk Matrix. De Matrix geeft een overzicht van de risico’s voor 39 grondstoffen in de metaalsector. De Matrix kan tijdens stap 2 van het OESO Due Diligence-proces worden gebruikt door alle bedrijven die in hun waardeketens met metalen en mineralen werken. De Matrix geeft inzicht in de belangrijkste risico’s die zich in waardeketens kunnen voordoen. Ook wordt per product en per productieland weergegeven hoe groot de kans op deze risico’s op nationaal niveau is. Landen zijn geselecteerd op basis van hun (mogelijke) productiecapaciteit van een grondstof. De Matrix beoordeelt grondstoffen op de ernst en waarschijnlijkheid van verschillende risico’s: genderdiscriminatie, dwangarbeid, kinderarbeid, arbeidsrechten en eerlijke lonen, vrijheid van vereniging, milieukwesties, ecologische bedreiging, biodiversiteit en ontbossing, watergebruik en beschikbaarheid van water, corruptie en grondbezit. De Matrix is opgesteld door CNV Internationaal. De Matrix is publiek beschikbaar op de website van het Metaalconvenant.

Kennissessies

Diverse due diligence kennissessies in jaar 5 hebben bijgedragen aan de kennisopbouw en het vergroten van bewustwording rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen in de metaalsector. Uiteenlopende thema’s werden gepresenteerd en naar aanleiding van deze presentaties wisselden partijen hun verantwoorde praktijken met elkaar uit.

Kennissessie update OESO-richtlijnen en OESO Handboek voor Milieu-Due Diligence

Deze kennissessie werd georganiseerd in verband met een update van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen inzake Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in 2023 en het in 2023 nieuw verschenen OESO Handboek voor Milieu-Due Diligence in de Toeleveringsketens van Mineralen. Tijdens deze kennissessie heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken belangrijke vernieuwde onderdelen van de OESO-richtlijnen toegelicht, onder andere op het gebied van due diligence in relatie tot technologie, gebruik van goederen en diensten, mensenrechtenverdedigers en kwetsbare groepen, personen en groepen die een verhoogd risico van bedrijfsactiviteiten ondervinden, openbaarmaking van MVO-informatie, corruptie, lobbyactiviteiten en de procedures voor de nationale contactpunten voor de OESO-richtlijnen. Er is geen verandering aangebracht in het framework van de zes OESO due diligence stappen die bedrijven dienen uit te voeren. IUCN NL heeft een toelichting gegeven op het vernieuwde milieu-hoofdstuk uit de OESO-richtlijnen waarin klimaat, biodiversiteit en milieu aspecten aan bod kwamen en het nieuwe OESO Handboek voor Milieu-Due Diligence in de Toeleveringsketens van Mineralen. Het Handboek biedt praktische voorbeelden en tools voor bedrijven om aan de slag te gaan met milieuproblemen en heeft een pragmatische vraag-en-antwoord structuur.


Kennissessie Biodiversiteit

IUCN NL, MCB Nederland en Tata Steel Nederland deelden tijdens deze kennissessie belangrijke inzichten en best practices op het gebied van biodiversiteit in metaalketens. Tijdens de sessie is biodiversiteit vanuit twee perspectieven belicht: internationaal in de productieketen (upstream) en lokaal op en rondom bedrijventerreinen in Nederland (downstream). IUCN NL belichtte de impact van mijnbouw op de natuur en lokale gemeenschappen. Tata Steel Nederland deelde hun aanpak om biodiversiteit impact in hun keten te onderzoeken. MCB Nederland vertelde welke stappen zij hebben ondernomen om de biodiversiteit op hun bedrijfsterrein te verbeteren, waarna IUCN NL een aantal praktische maatregelen doornam die bedrijven kunnen treffen om de biodiversiteit rondom hun bedrijf te stimuleren. Biodiversiteit blijft een belangrijk thema en uitdaging voor bedrijven, daarom wordt er naar aanleiding van de kennissessie een rondetafelgesprek over biodiversiteit in grondstoffenketens georganiseerd met geïnteresseerde organisaties. Daarnaast wordt er een model milieu- en biodiversiteitsbeleid ontwikkeld, dat bedrijven kunnen gebruiken om aan de slag te gaan met en te communiceren over biodiversiteit in hun waardeketens.


Kennissessies over ketentransparantie, risico’s prioriteren en CSDDD

Na de redactie deadline van deze rapportage vinden ook nog enkele kennissessies plaats. Zo zullen er nog een sessie over ketentransparantie, een sessie over het prioriteren van due diligence risico’s en een sessie over de Europese Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) worden georganiseerd.

 Due Diligence monitoring

Methodiek

Alle 14 bedrijven hebben in het vijfde convenantjaar een maturity assessment vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst is gebaseerd op de 6 due diligence stappen uit de OESO Due Diligence Handreiking voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (zie Figuur A).

Figuur A: Het due diligence proces en ondersteunende maatregelen (bron: OESO)


Door het invullen van de vragenlijst behalen bedrijven een score die iets zegt over de mate waarin de bedrijfsvoering op het gebied van due diligence in lijn is met de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles. De OESO-richtlijnen vormen samen met de UN Guiding Principles de belangrijkste internationaal erkende richtlijnen voor IMVO. De score is een percentage van 0 tot 100 procent, waarbij het Metaalconvenant verschillende niveaus toekent: basic (0-20%), improving (21-40%), established (41-60%), advanced (61-80%) en mature (81-100%).


Armin von Keitz, Manager Sustainable Development Tata Steel Nederland BV: “Door de instrumenten toe te passen die binnen het Metaalconvenant zijn ontwikkeld, hebben we ons Due Diligence-proces op een zeer transparante manier kunnen structureren, die ook zichtbaar is voor onze klanten. Dit wordt ook zeer gewaardeerd door onze klanten. Risico's in de toeleveringsketen zijn zichtbaarder geworden en daardoor als eerste stap (bewustwording) van mitigatie mogelijk. Het starten van de Andes-missie was een groot succes en een juiste stap om samen met partners te doen.”


Gemiddelde scores en niveaus

In het vijfde jaar haalden bedrijven een gemiddelde score van 52% (gemiddelde van 14 bedrijven). Deze score bevat ook de resultaten van twee nieuwe bedrijven die tijdens het vijfde convenantjaar zijn toegetreden. Voor deze bedrijven was dit de eerste keer voor het invullen van de vragenlijst (nulmeting).

De gemiddelde score van bedrijven die de vragenlijst al meerdere keren hebben ingevuld is 56% (gemiddelde van 12 bedrijven).


De gemiddelde score van bedrijven die sinds de ondertekening van het Metaalconvenant in 2019 partij zijn is 66% (gemiddelde van 5 bedrijven).


Zoals te zien in Figuur B hebben 6 bedrijven het niveau ‘improving’ bereikt, 5 bedrijven het niveau ‘established’, 1 bedrijf het niveau ‘advanced’ en 2 bedrijven het niveau ‘mature’.


Figuur B: Behaalde due diligence niveaus van bedrijven in jaar 5 (bron: Metaalconvenant)


In Figuur C is de ontwikkeling van de scores per bedrijf te zien over convenantjaar 2 tot en met 5. Voor het eerste convenantjaar is er geen score om te vergelijken, aangezien het scoresysteem in het tweede jaar aangepast is. Te zien is dat een groot deel van de bedrijven hun score heeft verbeterd. Voor sommige bedrijven geldt zelfs een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de nulmeting. In het vijfde convenantjaar is voor de meeste bedrijven een afvlakking van de groei te zien. Een eenduidige verklaring voor dit beeld heeft het secretariaat niet ontvangen. Een mogelijke verklaring is dat gaandeweg in het due diligence-proces de meer ingewikkelde due diligence stappen en processen meer tijd vergen om te ontwikkelen en uit te voeren, en hoewel stappen nog wel geleidelijk worden gemaakt, dit niet direct terug te zien is in een snelgroeiende score.

Figuur C: Ontwikkeling due diligence scores van bedrijven 2021-2024 (bron: Metaalconvenant)


Conclusies

De doelstelling voor bedrijven in het vijfde convenantjaar was om een gemiddelde due diligence score van 80-100% te behalen. Deze doelstelling is aan het begin van het convenantproces vastgesteld voor bedrijven die vanaf de ondertekening van het convenant in 2019 waren aangesloten (voor bedrijven die later in het proces aansloten zou een aparte doelstelling vastgesteld worden). De gemiddelde score voor de groep bedrijven die vanaf ondertekening zijn aangesloten is 66%, waarmee deze doelstelling niet is gehaald. In de praktijk blijkt due diligence voor bedrijven een complex proces waarin bedrijven obstakels tegenkomen die niet direct op korte termijn op te lossen zijn. Dit was juist de reden om te beginnen met het Metaalconvenant, en ook de reden dat partijen de samenwerking na 5 jaar willen voortzetten. Ook verschillende andere factoren zijn van invloed geweest op het due diligence proces van bedrijven tijdens de uitvoeringsfase van het convenant (2019-2024).


Externe factoren zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben een groot effect gehad op de bedrijfsvoering van aangesloten bedrijven. Een aantal voorbeelden zijn onzekere marktomstandigheden, verstoringen in de toeleveringsketen en hoge energiekosten. Daarnaast waren er beperkende omstandigheden om due diligence goed uit te kunnen voeren, zoals reisrestricties waardoor contact met leveranciers, veldbezoeken voor projecten, inspecties of het uitvoeren van audits op locatie beperkt of niet mogelijk was. De coronarestricties hebben er ook toe geleid dat bijeenkomsten van het Metaalconvenant voor een bepaalde periode niet fysiek plaats hebben kunnen vinden. Hierdoor was het lastiger om een goede vertrouwensband op te bouwen tussen partijen en om uitwisseling tussen bedrijven en tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties te bevorderen. Sessies hebben wel digitaal plaatsgevonden tijdens de coronapandemie.


Er zijn ook andere factoren die van invloed waren op de behaalde scores. De belangrijkste factor is het gebrek aan ketentransparantie. Dit uit zich zowel richting de ‘upstream’ keten (de mijnen) als de ‘downstream’ keten (verwerkers van secundaire metalen). De upstream- of downstreamketen in kaart brengen was voor veel bedrijven een grote uitdaging. Hierin spelen verschillende factoren mee, zoals de beperkte invloed (inkoopvolume) die Nederlandse bedrijven hebben in de mondiale grondstoffenmarkt en het verkrijgen van informatie over herkomst/bestemming van materialen van (directe) zakenrelaties. Voor de upstream-ketens hebben bedrijven in de metaalsector te maken met zogenaamde ‘choke-points’, dit is het punt waar de keten het smalst is (weinig aanbieders met veel invloed). Dit zijn de smelterijen en raffinaderijen. Hier komen veel materiaalstromen samen, waarna de herkomst vaak lastig te achterhalen is. In downstream-ketens van secundaire materialen wordt veel materiaal opgebulkt en vervolgens geëxporteerd voor verdere verwerking. Deze verwerkingslocaties zijn vaak onbekend, waardoor een goede risicoanalyse niet uitgevoerd kan worden en risico-mitigerende maatregelen niet genomen kunnen worden.


Ketentransparantie is essentieel om due diligence risico’s te kunnen identificeren (due diligence stap 2) en aan te pakken (stap 3), te monitoren (stap 4), hier verantwoording over af te leggen (stap 5) en negatieve gevolgen te herstellen (stap 6). De meest ernstige due diligence risico’s vinden over het algemeen vaak plaats in de delen van de keten die nog niet in kaart gebracht zijn. Om stappen te maken in het due diligence proces moet er dus nog veel aandacht worden besteed aan het vergroten van ketentransparantie en de traceerbaarheid van grondstoffen. Hoewel sommige bedrijven afzonderlijk of met enkele projectpartners veel inspanningen hebben verricht om hun keten transparanter te krijgen, blijft ketentransparantie een uitdaging die het beste collectief aangepakt kan worden samen met de maatschappelijke organisaties, omdat zij vaak toegang hebben tot kennis en netwerken in productielanden. Vanwege de grote verschillen tussen de ketens van bedrijven was het met de huidige groep lastig om effectief gezamenlijke invloed te kunnen uitoefenen. Partijen blijven daarom ook de noodzaak zien om in een nog groter verband samen te werken en de gezamenlijke invloed te vergroten in een vervolg van het convenant. Daarbij is ook van belang om helder te krijgen hoe de Rijksinkoop gelinkt is aan deze waardeketens en welke rol de Rijksinkoop kan spelen bij het vergroten van de invloed op de waardeketen. Doel is uiteindelijk om alle materiaalstromen die Nederland in komen in beeld te krijgen en te checken op IMVO risico’s en die risico’s aan te pakken. Daarnaast helpt dat ook bij het vormgeven van de circulaire economie, waarin bedrijven en overheid al dan niet samen hun praktijken moeten omvormen.


Ondanks deze uitdagingen hebben bedrijven hun focus materialen, landen en thema’s in kaart gebracht. Een samengevoegd overzicht hiervan zie je in Figuur D.

Figuur D: Geaggregeerd overzicht van focus materialen, landen en thema’s voor het Metaalconvenant (bron: Metaalconvenant)


Stap 5 due diligence rapportages van bedrijven


Inventarisatie belangrijke thema’s


Jaar 5 stond ook in het teken van vooruitkijken en het net ophalen bij bedrijven om een inventarisatie te maken van wat het convenant heeft gebracht of waar nog kansen open liggen om in de toekomst te benutten. Daarom is het net opgehaald bij deelnemende bedrijven om juist deze vragen te bespreken. Dit heeft waardevolle inzichten opgeleverd. Een aantal belangrijke en/of gedeelde observaties zijn de volgende:

  • De wens is geuit om meer (soortgelijke) bedrijven, meer diverse maatschappelijke organisaties en brede mensenrechtenorganisaties bij het convenant te betrekken. Op deze manier kunnen partijen hun netwerk uitbreiden met lokale netwerken in productielanden en met expertise op uiteenlopende thema’s om bijvoorbeeld een goede stakeholderdialoog op te zetten.
  • Een aantal leden ervaart het belang van meer collega-bedrijven in het convenant en spant zich actief in om hen en/of branchevereniging (meer) aan te laten haken.
  • De politieke dimensie van de grondstoffenmarkt heeft ook raakvlakken met IMVO en due diligence. De Europese Critial Raw Materials Act en de Nederlandse Grondstoffenstrategie gaan onder meer over leveringszekerheid van metalen en mineralen, strategische (on)afhankelijkheid en het belang van recycling. Hier kan het convenant vanuit het IMVO perspectief aan bijdragen. Dit was ook het onderwerp van een ronde tafel bijeenkomst die het convenant in 2023 organiseerde.
  • Met het oog op de verplichte duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive of kortweg CSRD) is het nuttig om een koppeling tussen het convenant en deze rapportageverplichting - die voor een deel van de bedrijven geldt – te maken. Zo kunnen de materiële thema’s die uit de CSRD-analyse van bedrijven komen, meegenomen worden naar het convenant om gezamenlijk op te pakken. Daarnaast kunnen bedrijven gebruikmaken van het netwerk van convenantspartners om te voldoen aan de stakeholder-engagement-verwachting vanuit de CSRD.
  • Bedrijven hebben ook gesproken over circulariteit. Samenwerking met meer en grotere recyclingbedrijven aan due diligence-uitdagingen is van belang, zowel voor de recyclers als metaalproducenten bij het convenant.
  • Het kan helpen als IMVO een criterium of voorwaarde wordt bij grote metaalinkopers of aanbestedende diensten. Dit kan een prikkel zijn om aan te sluiten bij het convenant, met IMVO aan de slag te gaan, en het beloond bedrijven die due diligence uitvoeren.
  • Wederzijdse erkenning van het Metaalconvenant en andere due diligence standaarden of initiatieven en het stroomlijnen hiervan blijft een belangrijk onderwerp voor bedrijven. Dit kan bijdragen aan meer synergie en coherentie en de administratieve druk verlagen, zodat de focus binnen het convenant vooral gericht kan worden op de aanpak van risico’s via collectieve impact projecten.
  • Op specifieke thema’s die voorbij kwamen zijn onder meer het prioriteren van risico’s, het voeren van een dialoog met leveranciers en met zakenrelaties in productielanden, arbeidsomstandigheden bij het transport van grondstoffen en ketentransparantie zowel richting de herkomst van primaire grondstoffen als de bestemming van secundaire grondstoffen.
  • De uitvoerbaarheid van due diligence voor middelgrote en kleine bedrijven kan nog verder geoptimaliseerd worden binnen het convenant. In gesprekken over het toekomstige convenant wordt gekeken hoe het due diligence proces vereenvoudigd kan worden, zonder af te doen aan de inhoud en in lijn met de OESO-richtlijnen en de VN-richtlijnen voor Bedrijven en Mensenrechten.