Jaarrapportage 2020

Juni 2021

twitter pictogram
facebook pictogram
print pictogram

Doelstellingen convenant

Het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Pensioenfondsen (Convenant IMVB Pensioenfondsen) is op 20 december 2018 van start gegaan. Het is ondertekend door 73 pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, 6 ngo’s, 3 vakbonden en 3 ministeries. De afgelopen twee jaar is het aantal deelnemende pensioenfondsen toegenomen tot 82. De pensioenfondsen zijn samen goed voor zo’n 1.400 miljard euro belegd vermogen: dit is 91 procent van het totale door Nederlandse pensioenfondsen belegd vermogen.

Het doel van het convenant is om de negatieve gevolgen van beleggingen op samenleving en milieu te voorkomen en aan te pakken. De pensioenfondsen maken hierbij gebruik van de kennis en ervaring van de Nederlandse overheid, ngo’s en vakbonden en hun (lokale) partners. Ze krijgen hierdoor meer inzicht in de landen en sectoren waar zich risico’s op bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen of milieuschade voordoen. Daardoor kunnen zij hun invloed aanwenden om te zorgen dat de ondernemingen waarin zij beleggen aan de slag gaan om problemen op te lossen en risico’s te verminderen.

Breed en diep spoor

Het convenant kent een breed en een diep spoor. Het doel van het brede spoor is dat alle ondertekenaars de afspraken van het convenant integreren in hun beleid en beleggingspraktijk. Deze afspraken zijn gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s).


Het diepe spoor is optioneel voor pensioenfondsen die een stap verder willen gaan. Aan dit diepe spoor nemen elf pensioenfondsen deel. Samen met de overheid, vakbonden en ngo’s werken zij aan vier concrete casussen. Het doel is om lessen te leren die uiteindelijk in het instrumentarium voor alle pensioenfondsen worden verwerkt. De casussen zijn gericht op kwesties die pensioenfondsen in hun beleggingspraktijk niet zelf kunnen oplossen, maar waar samenwerking tussen de partijen mogelijk wel een oplossing biedt. Bijvoorbeeld door het vergroten van de invloed (leverage) van pensioenfondsen of door de dialoog aan te gaan met een onderneming, cluster of sub-sector van ondernemingen in een specifiek land.

Organisatie en bestuur convenant

Het convenant kent vier geledingen: pensioenfondsen (inclusief de Pensioenfederatie), ngo’s, vakbonden en overheid. Alle geledingen zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep en de vier werkgroepen. De stuurgroep wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Daarnaast is er een onafhankelijke monitoringcommissie die toezicht houdt op de voortgang van het convenant en hierover jaarlijks verslag doet.


De SER faciliteert het proces om de doelen van het convenant te verwezenlijken en voert het secretariaat. De SER doet dit ook voor andere convenanten op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) in andere sectoren, waaronder de verzekeringssector. De ervaringen en lessen vanuit die convenanten worden gedeeld en benut. Figuur 1 geeft het organogram weer van het Convenant IMVB Pensioenfondsen.

Figuur 1 Organogram Convenant IMVB Pensioenfondsen (per 31 december 2020)

Organigram

Rol overheid, vakbond en ngo’s

De overheid, vakbond en ngo’s hebben binnen het convenant een onafhankelijke, kritische en constructieve rol. De overheid zet zich bijvoorbeeld actief in voor economische IMVO-diplomatie. Zij betrekt de ambassades om kennis van lokale omstandigheden te benutten en draagt het convenant internationaal uit tijdens fora en in bilaterale gesprekken. Ook heeft zij een voorbeeldfunctie op het gebied van MVO, bijvoorbeeld als het gaat om staatsdeel­nemingen en exportkrediet­verzekeringen. Vakbond en ngo’s delen hun kennis en expertise op specifieke ESG-thema’s. Zij ondersteunen verzekeraars bij het ontwikkelen van thematisch beleid en zetten hun lokale netwerken en contacten in om verzekeraars van actuele informatie te voorzien. Ook dragen zij bij aan de prioritering en aanpak van risico’s en aan het overleg over verbetering van de situatie van benadeelden. Partijen geven hun verantwoordelijkheid voor het convenant daarnaast praktisch vorm door vanuit elke geleding voorzitterschap van de werkgroepen op zich te nemen.