Jaarrapportage 2019-2020 | Januari 2021
Jaarrapportage 2019-2020
Januari 2021
Voorwoord
Na de uitgebreide evaluatie in het vorige jaar, die leidde tot helderheid over de uitvoering van het goudconvenant en tot een aantal aanpassingen in de structuur ervan, richtten we ons in het derde jaar volledig op de realisatie van de gemaakte afspraken.
Gedurende dit jaar werden we geconfronteerd met Covid-19. Hierdoor lagen de prioriteiten, zeker bij de bedrijven, in eerste instantie bij het voortzetten van de bedrijfsvoering onder de veranderde omstandigheden. Na een aantal maanden hebben we de draad weer opgepakt en in een aantal intensieve bijeenkomsten bekeken wat het effect van de Covid-19 crisis was op ons convenant. Uiteindelijk bleef dit beperkt tot een aantal maanden vertraging voor een aantal activiteiten, alhoewel we ons realiseren dat deze crisis nog niet voorbij is.
Het aantal werkgroepen is teruggebracht van drie tot twee. De werkgroepen Positive Impact Projects (PIP) en Increasing and Using Collective Leverage (ICL) zijn samengevoegd tot de nieuwe werkgroep Collective Actions and Upscaling (CAU), die in verschillende taskforces aan de slag is gegaan met een aantal activiteiten.
De nieuw gevormde werkgroep CAU heeft twee belangrijke documenten opgeleverd: een onderzoek naar voor het convenant relevante aspecten van de recycling sector en een onderzoek door Levin Sources naar waar de beste kansen liggen om de impact van het convenant te vergroten. Beide onderwerpen behoren tot de prioriteiten voor het vierde convenantsjaar. Eén van de doelen van het convenant is om goud uit ambachtelijke en kleinschalige mijnen naar Nederland te krijgen. Ook dit is een prioriteit voor het vierde jaar.
De werkgroep Due Diligence Support & Monitoring (DDSM) heeft feedback gegeven op de due diligence verslagen die door de bedrijven zijn gepubliceerd. Hiermee kunnen de bedrijven aan de slag om hun activiteiten op dit gebied te verbeteren en verder te ontwikkelen. De individuele ondersteuning van bedrijven heeft ook geleid tot een stijging van het aantal due diligence verslagen in vergelijking met vorig jaar van vijf naar negen.
Brancheorganisaties Federatie Goud en Zilver (FGZ) en het Nederlands Gilde voor Goudsmeden (NGG) hebben hun gedragscode herzien op basis van de input die door de werkgroep DDSM werd geleverd. De code moet het voor de leden van de brancheorganisaties makkelijker maken om te opereren in de geest van het convenant en de OESO-richtlijnen.
Tijdens de procesevaluatie in het tweede jaar is afgesproken dat als convenant geen inhoudelijke midterm evaluatie te doen, maar hiervoor gebruik te maken van de convenantenevaluatie die het Koninklijk Instituut voor de Tropen voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft uitgevoerd. Veel convenantspartijen zijn voor deze evaluatie geconsulteerd, en in de stuurgroep is uitgebreid over de bevindingen gesproken. In het algemeen blijkt dat dit convenant, dat vergeleken met andere convenanten een beperkt budget heeft, resultaten laat zien. Zo zijn dit jaar verschillende samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. Voor toelichting zie het hoofdstuk over Collectief Invloed Uitoefenen. Tegelijkertijd moet erkend worden dat nog niet alle bedrijven due diligence rapporten publiceren en dat de groei van het aantal partijen, ondanks de inspanningen, uitblijft.
In het komende convenantsjaar is het de ambitie om concrete voortgang te boeken op de due diligence van bedrijven, een effectieve outreach-strategie uit te voeren en stappen te zetten om goud uit het impactproject naar de Nederlandse markt te krijgen. Verderop in het verslag worden de prioriteiten voor het komende jaar uiteengezet.
Giuseppe van der Helm,
Voorzitter Convenant Verantwoord Goud